Showing posts with label Miebies. Show all posts
Showing posts with label Miebies. Show all posts

Thursday, 7 November 2024

Dienstplichtig rond WWI en wie zijn dit?

Conscription during WWI and who are they?

For a summary in English please see after the Dutch text

Mijn grootvader Andreas Miebies, is geboren op 7 april 1883 in Den Haag of 's-Gravenhage zoals de officiële naam luidt. Dat betekende in die dagen dat je op je 20e de dienstplicht moest vervullen. Niet iedereen hoefde in dienst want er werd geloot. Op 10 maart 1903 kreeg opa lotnummer 754 toegewezen en dat was ook meteen bingo want op 12 mei 1903 mocht hij zich in werkelijke dienst melden bij het Regiment Grenadiers en Jagers. Volgens zijn inschrijving in het stamboek (nr. 66074) was hij 1 meter 64 lang, zo'n beetje de gemiddelde lengte voor dienstplichtigen in die periode.

Voordat ik verder ga, eerst nog een opmerking over dat stamboeknummer (het heeft hier niks met vee te maken :-). Ik had het idee dat de militair gedurende zijn hele diensttijd hetzelfde nummer hield. Dat blijkt niet zo te zijn. Uit onderstaande loopbaanstaat wordt duidelijk dat wanneer Andreas naar een ander onderdeel wordt overgeplaatst, ook het stamboeknummer verandert. Mijn misverstand vindt waarschijnlijk z'n oorsprong in het zogenoemde registratienummer. Mijn vader, die voor het eerst opkwam in 1934, had nummer 14.08.03.030. Dat was zijn geboortedatum plus een volgnummer. Kennelijk is dat ergens in de 20-er jaren ingevoerd, de exacte datum heb ik niet kunnen achterhalen, ook niet via ChatGPT ... In ieder geval blijft dàt nummer tijdens de hele militaire carrière ongewijzigd.

Al met al is Andreas tijdens de periode 1903-1919 ruim 2,5 jaar in werkelijke dienst geweest. Dat is allemaal leuke wetenschap. Nog leuker is dat er een foto van hem, als sergeant, en zijn manschappen bewaard is gebleven. Het origineel is een sepia afdruk maar voor de gelegenheid is dit een digitaal geretoucheerd* en ingekleurd exemplaar. Dat geeft toch wat meer diepte.

47e Landweerbataljon Jagers te Den Haag 1917
47e bataljon landweer infanterie, district 's-Gravenhage
click to enlarge
De vraag rijst nu waar en wanneer deze foto is genomen en vooral, wie staan er op? Gelukkig weet ik dat grootvader Andreas nummer 8 is maar wie zijn de anderen?

Om wat meer over de uniformen op deze foto te weten te komen, heb ik mij tot het Legermuseum gewend. Van hen kreeg ik de volgende informatie.

"De foto is genomen na maart 1916, toen werd de kepie [pet] ingevoerd in het leger. De in het midden staande [5] en liggende [11] figuur dragen deze. Het is een sectie van het bataljon Landweer - Infanterie (Jagers No 47**) met als standplaats Den Haag. Er waren 44 districten en 2 bataljons Grenadiers (3 en 32) en 2 Jagerbataljons (36 en 47). Op de hoofden draagt men [2, 6, 7, 9, 10, 12 en 13] de sjako M1865 met de groene bol waarvan men [3 en 4] de emblemen (een lauwerkrans met daarin een hoorn) heeft afgehaald i.v.m. camouflage. Het is ook mogelijk dat ze in die tijd niet meer geleverd werden aan eenheden die de kepie kregen. De platte pet [1 en 8] behoorde bij het uniform van 1912, een grijsgroen uniform met groene jagerskraag en mouwopslagen. De linker figuur [1] draagt de jas die ingevoerd werd in 1905 en gedragen tot 1912. De twee rij knopen-jassen [2, 6, 10 en 13] werden gedragen van 1865 tot 1905. Allen zijn bewapend met het geweer M95 [zie ook hier]. De 2 onderofficieren, sergeanten van de Jagers met de kepies [5 en 11], zijn de instructeurs van het Regiment Jagers. Uw grootvader [8] was als sergeant de sectie-commandant." 

Het is mij niet duidelijk waarom die oude uniformdelen ("gedragen tot resp. 1912 en 1905") op deze foto nog te zien zijn.

Uit zowel de loopbaanstaat als uit de beschrijving van het Legermuseum komt vast te staan dat Andreas na maart 1916 in het district 's-Gravenhage diende. De foto is overduidelijk in de duinen genomen. Na maart 1916 is Andreas slechts 4 dagen op herhalingsoefening geweest en wel van 30 juli tot 2 augustus 1917. In die paar dagen moet de foto dus genomen zijn!

Om uit te vinden wie er buiten Andreas nog meer op de foto staan heb ik een alfabetische lijst met namen gemaakt van alle soldaten en onderofficieren die in die korte periode op herhaling zijn geweest. Daarvoor heb ik de stamboeken in het Nationaal Archief ***(digitaal) geraadpleegd. Het zijn er bijna 160. En nu maar hopen dat de geportretteerden door latere familieleden herkend worden, al dan niet aan hand van de namenlijst. Mogelijk staan de 2 instructeurs niet op de lijst.

NB De handschriften in de stamboeken zijn niet altijd even goed leesbaar. Met name in de geboortedata kan hier of daar wel een tikfoutje geslopen zijn.

Mochten lezers van dit blog in staat zijn iemand te identificeren, dan graag een mailtje naar patmiebies at gmail dot com. Dan kan ik u de foto zonder de cijfers toesturen.

Noten

* Met dank aan Hans Leideritz 
** 47 staat ook op de pet van 8.
*** 2.13.09 Inventaris van het archief van het Ministerie van Oorlog: Stamboeken van Onderofficieren en Minderen van de Landmacht, 1813-1924, inv. nrs. 2546-2551

Summary
Conscription during WWI and who are they?
I am fortunate to own a photograph showing my grandfather Andreas during his WWI conscription period. In the picture above, he is standing on the very right, the man with the heroic look and impressive mustache. His rank is sergeant, and he is the section commander of this group of soldiers. Obviously, I always wondered when and where this picture was taken and who the other braves were. Although it is not possible to pinpoint the exact location where the group was pictured, it is evident that we look at dunes. There are plenty of those near The Hague.

To get an idea of what exactly I was looking at, I contacted the Dutch Army Museum. They informed me that, based on certain elements of the uniforms, the picture was taken after March 1916. They also revealed the army unit. These soldiers were serving in the 47th Batallion Landweer, an infantry unit. This unit was stationed in The Hague.

My grandfather's military career can be revealed by consulting the regimental rolls digitally available from the National Archive in The Hague. There I found that the only period Andreas was on active duty after March 1916, was between July 30 and August 2, 1917. During those four days, a group of almost 160 men returned for refresher exercises. Armed with this knowledge I was able to identify these soldiers and non-commissioned officers. All their names have been listed above.
I hope that all this information, location, timing, and names, enables descendants to put a name on some of the faces in the picture and let me know. People can mail me at patmiebies at gmail dot com. In return a copy of the photograph, without the figures, is available.

Saturday, 14 September 2024

Sepia Saturday 741 - Highs & Lows

When I look at a new SS theme, I usually have an idea of which pictures from the family archive I could use.  But not this time. Fortunately, Alan provided an escape (as he always does). He mentions "a couple of Alpine skiers from almost a century ago, feeling high on the top of a mountain".

I am not a skiing man myself nor do we have mountains in Holland. The highest "mountain" here is a hill called the Vaalserberg in the province of Limburg; it is a little over 300 meters high. Not exactly the type of mountain when you plan to go out skiing. But there is a picture of my grandfather Andreas Miebies (1883-1957) standing in the dunes near The Hague. It was taken over a century ago, during the second part of WW One when he was mobilized. We see him here standing on the very right. His rank is that of sergeant and he is the commanding officer of this group of soldiers serving in the 47th Landweer batallion Hunters (Jagers).

A section of infantry troops belonging to the 47th batallion Hunters
with Sgt. Andreas Miebies on the very right

The rifles you see are the Austrian .256 Manlicher M.95. It was manufactured 
under license in The Netherlands by the Hembrug weapon factory in Zaandam. 
It has been in use until after WW Two.

Manlicher M.95
Manlicher M.95

When my grandparents celebrated their 25th wedding anniversary, their oldest 
son, my father, put together a kind of PowerPoint presentation avant la lettre
For that purpose, he made several drawings and stitched them onto a fabric roll. 
On the drawing below he drew himself shortly after his birth on his father's lap 
with Grandma still in bed. At the time, my dad was born in August 1914, 
Granddad apparently served already in the army as the Manlicher rifle was up 
against the wall and his uniform on the chair.

Andreas and Johannes Cornelis Miebies, Lena Bakker

At the beginning of WW Two, the Dutch army Manlichers were confiscated and 
used by the Germans. So it is not impossible that just a few days before the end of 
WW Two, my father and his comrades were shot by Dutch Manlichers in the 
hands of Germans...

Like the drawing, the picture of the military in the dunes was also part of the presentation my father made for his parents. Readers with sharp eyes will 
be able to see the stitch holes on the top side of the photograph.

If you want to see how other Sepians interpreted this month's theme, go to the
Sepia Saturday site and enjoy yourself!




Saturday, 11 May 2024

Sepia Saturday 723 - The Cyclists

I am certain I am the first Sepian cheating. Cheating? Maybe I should explain. My intention to post a contribution once a month or so combined with Alan's invention of a monthly theme, enables me to write a single post merging the four weekly subjects. And that is what I will be doing this week, for the first time. So this month the prompts are about coaches, cyclists, and cars (and cocktails but they need to be better represented in my shoebox archive).

So let me start with the coaches. After my mum passed away we found some pre-war albums with pictures of her high school trips mainly to Germany. My mother was born in Rijswijk, a small town near The Hague, in 1917. The trips took place during the years after the infamous stock market crash in 1929. But that apparently did not stop her parents from letting her go on a trip abroad. In those days school trips to other countries were exceptional for most children.
The first photo was taken in Koblenz, situated alongside the river Rhine and some 150 kilometers from the Dutch border.
The Kaiser-Wilhelm-Ring in Koblenz 1932
My mother Annie de Langen sits above the rear wheels, a little to the left. Next to her is her lifelong friend Ineke Weststeijn. The coach is operated by still existing Kraftwagen-Verkehr Koblenz G.m.b.H. (KVG)*. It is seen here passing the Barbara Denkmal on the Kaiser-Wilhelm-Ring. This military monument commemorates a German artillery regiment stationed in Koblenz in the previous century. But also other nations made use of this monument. After the First World War, the French occupied this region and thought it a good idea to demonstrate their presence.
The French Rhine Army parading in front of the Barbara Denkmal in Koblenz in 1924
(Postcard made by Karl Albert Zimmermann (1885-1943**)
Judging by this postcard, the locals were not overly interested in this noisy display of power. 
Seeing the monument I wondered whether it survived the Second World War. And it did. The following image is a Google screenshot. The location is probably the same but the street name changed.
The Barbara Denkmal on the Friedrich-Ebert-Ring today
The city of Koblenz suffered from frequent bombings during the last World War. If you compare the background in the screenshot with the other two pictures, it is easy to see changes. None of the old buildings made it through the war. It is a small wonder that the Denkmal suffered minor damages only.

Apparently, the school was fond of sightseeing tours. The next year, in 1933, the school trip went to Göttingen, also in Germany. But this time the students traveled in a rented coach owned by a company called VIOS*** from Wateringen near The Hague.
The VIOS bus in Göttingen, Germany in 1933
My mother is seen here looking at us from the bus' rooftop. She is the girl on the very right and next to her Ineke. 
This is the end of the coach section of this post. Also for the cyclist pictures, I start before the Second World War.
Ber Schregel and Jan Miebies in approx. 1938
The photographer apparently was late by a few seconds. Now we see the backs of Ber Schregel, a friend and colleague of my father, and my father Jan Miebies. Their luggage suggests they are going on a camping holiday or maybe to a youth hostel. I recognize the location, it is the Mispelstraat in The Hague, the street where my mother lived. Knowing this street, I can see they cycle south. The only thing that puzzled me was why they were cycling on the left side of the street. But then it dawned on me that I have been looking at a mirrored print ever since I know this picture. So I reversed it again.
At least now I know they left in a northerly direction. It is never too late to set history straight ;-)

The picture that follows shows a married couple to be. They are family members of my wife. Their names are Sibbeltje Klopstra (l) and Aaldrik Kroeze. Although we are far from certain, we believe this photo was taken in the city of Groningen in the early years of the Second World War when it was still safe for men to go outside without being arrested and deported to Germany to forcibly work there.
The somewhat surprised look on Aaldriks face makes me believe this was not a planned situation. This picture is rather the work of a street photographer. In any case, their trip together continued. They got married in December 1943 and had two children. She turned 96 and he was 93!

The first car in this post is also from the pre-war era. Based on the text on the front wheel cap I found the car is an Opel Kadett. It has German plates. This model was in production between 1937-1940. 
Opel Kadett cabriolet****
This information, together with the fact that the friend, Wim Tuk, had a job in Germany, dates the photo below to approx. 1938. My father is seated next to the driver; my mother is in the left-hand rear seat. 
The last car on display is an Austin A30. It belonged to acquaintances of my mother. The boy next to it is my brother and I date this picture around 1955. Possibly my mother borrowed this car to spend a day in the countryside.
My brother and an Austin A30
Please turn to the Sepia Saturday site for contributions of honest, non-cheating Sepians.

Notes and credits
* Next year the company exists 100 years! It was established on March 19, 1925.
**Barbara-Denkmal (Koblenz). (2022, August 10). In Wikipedia. https://de.wikipedia.org/wiki/Barbara-Denkmal_(Koblenz)
*** Founded in 1922, also VIOS still exists!
****Bestand:Opel-kadett-1936.Jpg - Wikipedia. In Wikipedia. https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Opel-kadett-1936.jpg

Saturday, 13 April 2024

Sepia Saturday 719 - Two Together

First of all, I must pay tribute to Auntie Miriam: she hasn't changed a bit! I looked up an old photograph of her, and judge for yourself. To be fair, the same goes for Frank.

This week's theme suggests that dancing is the favorite subject. So I went through all my shoeboxes but in vain. Apparently, dancing is not one of the favorite activities in our family. I have to admit I never saw any of my relatives on the dance floor. But fortunately, the situation is different in my wife's family. In particular during weddings, the bride and the groom usually start the wedding party on the dancefloor. And always there is also the family photographer with a talent for pressing the shutter at exactly the wrong moment. But maybe that is because he already had a glass or two. The latter is likely also the reason why this shot is just out of focus.

K.S. and S.O in Loosduinen on Sept. 27, 1965
But as I said, it beats my family's dancefloor pictures. 

During the wedding party, many newlyweds leave the festivities and go on their honeymoon. I've got no idea when this habit started but I have a picture of my father's parents in Valkenburg. They went there by train I assume. In those days the 250-kilometer trip from The Hague must have taken almost a day. They married in The Hague on August 15, 1913. The picture below was taken shortly after. 

Andreas Miebies and Lena Bakker
on their honeymoon in Valkenburg
approx. August 1913
The next twosome shows a cousin of my grandfather and his mother. I guess the picture was taken in early 1900. He lived to be 59 years old only! His wife, my dear Auntie Jo, beat him by 42 years!
Johannes Frederikus Miebies (*July 28, 1899)
and his mother Agatha 't Hart (1871-1956)
Johannes passed away just under 3 years after his mother. 
Speaking of mothers, the next picture of my Mum has likely been taken in a photographer's studio as was the custom in those days. As far as I know, street photographers did not exist simply because carrying large cameras was not very handy.
Johanna Huberta de Langen (1917- 2016)
and her doll in approx. 1921
Johanna Huberta was named after both of her grandmothers. Johanna after her father's mother and Huberta ... The rules about naming first kids were rather strict in those days, daddy's side first, and then mammy's side. Also in this respect, the times have changed. But being a genealogist I loved the old naming rules, they provided me with many clues. But apart from these rules, my mother disliked her names, especially the second one. Therefore, she always called herself Ann or Annie. 

The next picture is dear to me as it is one of the few photo's I have portraying my father. Here he is on horseback together with his kid brother Piet. Judging his age at about 10 or 11 years, this image must have been taken in approx. 1935. The location is unknown to me. I never heard my dad owned a horse but I know he was an experienced equestrian. In a letter written during his mobilization on August 31, 1939, he writes to his wife-to-be about a requisitioned horse. My dad was a troop sergeant in an infantry regiment. The horses served to move the artillery from one position to another. He describes the horse as a 'big black devil' not used to being ridden 'under the man'. Apparently, the horse's owner was a funeral company that used the horse to pull hearses. In his letter, my dad expresses the hope that he will be able to tame this horse. In later letters, the black devil is not mentioned again. So I take it this horse, like a good soldier, followed the troop sergeant's orders.
Johannes Cornelis (1914-1945) and  his younger
brother Piet Miebies (1924-2001)
My last contribution to the '2-2gether'-theme concerns a very, very distant family member. And I'm sure you will understand why I consider him to be so distant. The picture below is a kind of ehh, let me call it a stereo photo. The person is the brother of a man whose daughter was married to a brother of my fraternal grandfather. Are you still with me? 
Before I elaborate further on this person, I want to mention his last name which is Chef d'Hotel. In English, this French-sounding name could mean something like 'manager of a hotel'. Whether that is the true meaning or origin of this name, I have no idea. In French, a town hall is called a 'hotel de ville'. So it might also be the rank of a civil servant. In any case, this is his picture. I believe it is called a mugshot and a double one at that. 
Adrianus Chef d'Hotel (1831-1915)
Adrianus was arrested for begging and vagrancy in The Hague on October 20, 1896, and sent off to a penal institution in Veenhuizen in the province of Drenthe. It is safe to assume that he had been there before because this was arrest #9 for the same offense. His records show that he was a tinsmith but obviously, that offered him insufficient funds to make a living.
Also shown are four fingerprints of his right hand. Apparently, the authorities assumed that the little finger was not used in crime. But the prints were not the only thing recorded. On another page of his file (see below) remarkable measurements are mentioned such as the greatest horizontal width of the cheekbones (14.6 cm), the length of the right ear (6.7 cm), the color of the left eye (light blue), the arch of the back (2), and the length of the outstretched arms (1.78 mtr). Criminal investigation in its infancy.
Description card of Adrianus
In addition to these data, there is a description of the right ear consisting of seventeen (!) measurements. Bureaucracy must have started around that time.
Despite all these descriptions Adrianus fled penal institutions several times after which he was arrested again and sentenced for being drunk in public or for begging. 
But possibly, there were reasons for this behavior. His second wife died back in 1887, and for some unknown reason, his first marriage in 1855 fell through at the very last minute. He did not have any children and at the end of his life, he was an invalid. The only company he had was the other guy on his description card. So all in all Adrianus did not have much reason to dance his way through life. 

For more swinging duos, please go to the Sepia Saturday Site.

Saturday, 30 March 2024

Sepia Saturday 717 - Going To Work

It has been a while since I last joined the Sepians who are still uploading their weekly contribution. In fact, that last time was on the festive occasion of reaching the SS 500 milestone on December 29, 2019. Occasionally I revisited Alan's site but needed more inspiration to write an appropriate post. But the other day, I saw the March theme and thought, why not! My motivation surfaced because I remembered a couple of suitable family pictures. Here is my effort to provide you with some insight into the working life of both my grandfathers. 

Unlike Ed Mossel, the well-mustached man in the theme picture, my grandfathers were neither politicians, authors nor journalists. My mother's father was Gerardus Theodorus de Langen. He was born in The Hague on November 24, 1888. He left this earthly vale of tears 78 years later, on October 20, 1967. His father was a carpenter so it was no surprise that he had to start working when he was 13. He joined a company named Eigen Hulp (Help Yourself). Their main business was organizing the central procurement for their shops selling "everything you can think of". Although I don't know the nature of his job when he started, I do know that in 1928, the company existed for 50 years. At that time Grandpa managed their central accounting department.

Picture taken on July 7, 1928, when the company celebrated its 50-year jubilee.
Grandpa is seated in the front row (red arrow)
The fact that Grandpa is seated in the front row, tells his position in the company. Come to think of it, he did very well if you realize his education consisted of primary school only when he started in 1901! 
As I said, Grandpa was neither a politician, an author nor a journalist. But he had a mustache! Maybe it was not as impressive as the one of Mr. Mossel but still.
Grandpa De Langen approx. 1916
Switching to my other grandfather, his name was Andreas Miebies born in The Hague on April 7, 1883. He died, also in The Hague on December 22, 1957. His father was a clerk in a pharmacy but Grandpa became a civil servant for the city of The Hague. His main activities were in the social domain. At one time he was the director of a housing project for the "lower classes". He could tell exciting stories of dissatisfied tenants stabbing impressive knives into his writing desk. Later he was involved in guiding juvenile unemployed back to work. The photo below is from that period.
Andreas Miebies and his secretary (?) in June 1936
Please note the telephone on his desk. I assume that a phone in those days was for managers only. Something like a mobile in the early nineties of the 20th century.
Andreas was also very much involved in the CJMV, the Dutch equivalent of the YMCA. 
On December 8, 1933, a new CJMV chairman*
was installed. Andreas, leader of the The Hague
section, was seated beside him.
It is funny that when climbing the social ladder, both my grandfathers somehow managed to be seated in the front row. But apart from that, they went to work every day, including Saturdays! So they qualify for the theme of this month.

* Rev. G.P. van Itterzon

For more diligent people, please click here. or scan this QR code:

Saturday, 30 September 2023

Een niet bestaand familielid

Met enige regelmaat voegt Delpher nieuwe publicaties toe aan de al imposante hoeveelheid kranten, boeken enz. Zo ook jongstleden dinsdag toen 343 tijdschrifttitels in de verzameling werden opgenomen. Daarbij titels als Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer maar ook Libelle en Margriet, om er maar een paar te noemen. Wanneer er zulke aankondigingen komen, dan is het een goede gewoonte (vind ik) om na te gaan of er iets bij zit dat betrekking heeft op familienamen waar ik onderzoek naar doe. En ja hoor, er zat zelfs een verrassing tussen, een mij onbekende dame die de familienaam Miebies droeg!

Je kunt je afvragen of dat zo bijzonder is, iemand die jouw familienaam draagt. In ons geval wel. In de afgelopen 227 jaar zijn er in totaal 48 personen geweest die de naam Miebies hebben gedragen of nog steeds dragen. En die zijn mij allemaal bekend, met naam en toenaam. Dus wanneer ik een publicatie onder ogen krijg waarin een mevr. N.E. Gerritsen-Miebies genoemd wordt, dan is mijn belangstelling gewekt omdat de naam van de echtgenoot in onze familie niet voorkomt.

Bij die nieuwe tijdschrifttitels in Delpher zit ook het verenigingsblad van de Nederlandsche Reisvereeniging, de N.R.V. Hoewel het Haagse kantoor in 1914 nog op een ander adres gevestigd was, kan ik me nog goed herinneren dat de N.R.V. later een ruim kantoor in gebruik had aan het begin van de Laan van Meerdervoort op de hoek van de Zeestraat. Er was, getuige de lange ledenlijsten in het verenigingsorgaan, ook toen al kennelijk genoeg belangstelling voor het lidmaatschap van deze organisator van vakantiereizen.

Het NRV-vereenigingsorgaan Reizen en Trekken
van febr. 1914 (bron: Delpher)
Zomaar lid worden van de N.R.V., dat ging niet. Je kon door een lid worden voorgedragen voor het lidmaatschap en dan mochten de leden nog bezwaar maken. Er was dus een vorm van ballotage. En op een van die lijsten van 'candidaat-leden', daar stond mevr. Gerritsen-Miebies.

Samen met haar man werd zij voorgedragen door J.(F.) Miebies die in februari 1914, eveneens met zijn vrouw (Reiniera Carolina Miebies-Jung), al lid geworden was. Deze Johannes Frederikus Miebies (1869-1937) droeg de N.R.V. kennelijk een warm hart toe want hij was actief in de ledenwerving. De hierboven genoemde heer Herens werd gekandideerd en ook het echtpaar De Zanger-Graves hieronder. Daarnaast nog een aantal anderen op verschillende tijdstippen.
Terug naar mevr. Gerritsen-Miebies. Gelukkig staat daar ook haar woonadres genoemd, de L(aurens) Reaelstraat 7 in Den Haag. Hoewel daar geboren, had ik geen idee waar deze straat ergens te zoeken.
De straatnaam bestaat nog steeds maar van de toenmalige bebouwing is niets meer over. De straat is gelegen in het gebied achter waar tegenwoordig het Centraal Station is gehuisvest, naast de Utrechtse Baan.
De Laurens Reaelstraat nu *...
(met nummer 7 bij de rode pijl)
... en toen**
(met nummer 7 bij de lantaarnpaal)

The times they are a-changing zullen we maar zeggen.
Maar hoe nu verder? Op Wiewaswie.nl is het mogelijk om op een combinatie van personen te zoeken. Dus eerst maar eens kijken of er een C. Gerritsen getrouwd is met een N.E. Miebies. Dat huwelijk is, zoals ik al verwacht had, niet te vinden. Er zijn ook geen andere registraties van deze twee personen.
Dan maar gezocht naar een huwelijk of een andere registratie waarbij dezelfde C. Gerritsen en een dame met de voorletters N.E. betrokken zijn. Bij de zoekvraag kan je helaas slechts 1 voorletter opgeven. Zonder tijdsbeperking produceert de vraag 283 hits. Maar wanneer je zoekt in de periode 1850-1914, dan houd je 116 resultaten over.
Omdat het echtpaar in Den Haag woont, eerst daar maar eens gekeken. Dat zijn vijf registraties waarvan vier betrekking hebben op een C. Gerritsen van het mannelijk geslacht. Eén van die registraties betreft een huwelijk van een Cornelis Gerritsen met een Neeltje Elisabeth de Zanger. Zij trouwen op 28 september 1906. Ook zijn zij de vader en moeder van een dochter die op 5 oktober 1911 wordt geboren.
Hoewel de voorletters kloppen, is natuurlijk nog niet zeker dat dit de candidaat-leden van de N.R.V. zijn. Maar de naam 'de Zanger' doet wel een belletje rinkelen. Had het N.R.V.-lid J. Miebies ook niet een echtpaar De Zanger als lid voorgedragen? Toch wel een aanwijzing dat dit de goede richting zou kunnen zijn.

Bij de vijf 'Haagse registraties' zit ook een gezinskaart uit het Bevolkingsregister van Cornelis en Neeltje. En daar staat de bevestiging dat het echtpaar Gerritsen-de Zanger het gezochte echtpaar is. Op de gezinskaart staat dat de familie o.a. gewoond heeft in de Laurens Reaelstraat 7.
Gezinskaart uit het Haagse Bevolkingsregister

Het adres staat in de 5e kolom bovenaan
En daarmee is het bewijs geleverd dat mevr. N.E. Gerritsen-Miebies nooit bestaan heeft. Het geval berust op een verschrijving, waarschijnlijk op de administratie van de N.R.V. In latere uitgaven van 'Reizen en Trekken' heb ik geen correctie meer gevonden. Het is de vraag of Neeltje Elisabeth daar onder geleden heeft. Ik denk het niet getuige de volgende advertentie uit de CBG-collectie.
40 jaar getrouwd
Het adres staat ook op de gezinskaart
Ik weet niet hoe lang Neeltje N.R.V.-lid is geweest maar in ieder geval is het lidmaatschap op 4 december 1963 beëindigd.
En zo komt er een eind aan het leven van iemand die nooit bestaan heeft.
Haar man Cornelis overlijdt slechts een jaar en 15 dagen later.

Akte van overlijden d.d. 22-12-1964 van Cornelis Gerritsen

PS In een ander tijdschrift, de Officiëele mededeelingen van den Nederlandsche Voetbal-Bond, las ik dat Cornelis Johannes Miebies gedurende de oorlogsjaren secretaris is geweest van de voetbalvereniging Die Haghe. Dat was de nieuwe naam van wat tot in de oorlog de naam was van de fusieclub Die Haghe-BZW.
Nog een sportbericht. In de Sportkroniek van 29-6-1922 staat de mededeling dat ene H. Orie, Zeestraat 7, Loosduinen, is geroyeerd als lid van de Haagsche Voetbalbond. Samen met hem werd nog een aantal Loosduiners, eveneens lid van de Loosduinse v.v. Postduiven, geroyeerd.
De reden van het royement wordt niet duidelijk maar het zal niet wegens het niet betalen van de contributie zijn geweest ... Het gaat hier zeer waarschijnlijk over Hendrikus Johannes (Henk) Orie (*24-6-1904) die later (1931) trouwde met Emma Augusta Mathilda Götze.
Hoe dan ook, niet alleen de kranten maar ook de tijdschriften in Delpher zijn de moeite waard om door te nemen.

* Bron: Google Maps
** Collectie Haags Gemeentearchief, fotograaf H.A.W. Douwes

Update 2 okt. 2023
Pas vandaag heb ik gehoord dat nicht Marijke bij de N.R.V. op de Laan van Meerdervoort heeft gewerkt. Jammer dat ik dat niet eerder heb geweten, ik zou haar gevraagd hebben of ze (de geest van) mevr. Gerritsen-Miebies misschien heeft gekend.

Wednesday, 23 September 2020

Verkeersagent, een gevaarlijk beroep

Vandaag 88 jaar geleden stierf een Haagse verkeersagent als gevolg van relletjes op Prinsjesdag 1932. Dat is nou niet een gebeurtenis die de geschiedenisboeken heeft gehaald maar wel de website van Historiek. Daar wordt o.a. gememoreerd dat demonstrerende communisten slaags raakten met de politie waarbij verkeersagent H. Baars om het leven kwam. Bij Historiek was er nog wat onduidelijkheid over zijn naam. Het kon ook nog Baas zijn, daarover waren de bronnen het niet eens. Maar los daarvan, de suggestie in de intro is duidelijk, de demonstraties hebben iets met de dood van Baars te maken. Maar dat ligt iets genuanceerder.

In 1911 gaf de gemeente Den Haag, kennelijk voor de eerste keer op Prinsjesdag, toestemming om voor het algemeen kiesrecht te demonstreren. Sinds die tijd staat deze dag bekend als "Roode Dinsdag". Ook op 20 september 1932 was er volop politieke strijd. Honderden communisten hadden in het gebouw van Kunsten & Wetenschappen vergaderd en wilden vervolgens oprukken naar het Binnenhof. Dat kon natuurlijk niet getolereerd worden, dus de politie, kennelijk in grote getalen aanwezig, probeerde daar een stokje voor steken. De stokjes van de politie bestonden in die tijd o.m. uit de blanke sabel. Daar werd ruim gebruik van gemaakt. Zo ook van de gummilat en er werd zelfs geschoten. 

Een aantal citaten uit Het Vaderland van 21 september.

"Een lange sliert van communisten begaf zich op weg [vanaf de Zwarteweg/Muzenstraat] via de Heeren-gracht en het Plein naar het Binnenhof, kennelijk met de bedoeling om het Binnenhof op te trekken. De dubbelpost voor de ingang riep "Halt!" en gaf het bevel rechtsomkeert te maken. Toen daaraan niet onmid-dellijk voldaan werd, gingen de sabels uit de scheede en meteen zwermde uit de poort een detachement van twintig agenten in uniform, die de sabel trokken en een aantal rechercheurs, die al loopend hun gummistok te voorschijn haalden. [.....] Wie zich niet gauw genoeg uit de voeten maakte, kreeg het met de agenten te kwaad. Er zijn harde klappen uitgedeeld. [.....] De verkeersagent op de brug van de Heerengracht bleef rustig het verkeer regelen. Juist toen hij de armen uitspreidde kreeg hij een snee met een mes in de borst. [.....] De verkeersagent, die op de Heerengracht onverhoeds gestoken is, blijkt te zijn agent Baars, die twaalf jaar dienst doet bij de Verkeers-brigade. Hij heeft een diepe en breede wond in de hartstreek. Zijn toestand is niet zonder gevaar. De commissaris [.....] verzoekt eventueele getuigen [.....] zich bij hem te vervoegen. Naar wij gisteravond laat bij informatie vernamen is de toestand van de agent Baars (zie tekening*) zoo ernstig, dat men het noodig heeft geoordeeld de familie te waarschuwen. Men vreest voor zijn leven."

Omdat er bij Historiek twijfel is over de naam van de neergestoken politieagent, moet daar eerst maar eens helderheid over komen. Neergestoken worden is één ding, maar dan ook nog met de verkeerde naam in de krant komen, dat kan natuurlijk niet. 

Het meest eenvoudig is om in de burgerlijke stand te kijken en de geboorteakte op te zoeken. Omdat in de kranten de leeftijd van Baars of Baas vermeld wordt en ook zijn voorletter bekend is, levert het vinden van de juiste akte niet zoveel problemen op.

Geboorteakte van Hendrik Baas geb. te Huizen (NH) 23-6-1893

Vergelijking van deze akte met de akte van overlijden geeft de bevestiging dat dit de juiste akte is. En daarmee staat vast dat de neergestoken agent Baas heet, en geen Baars. Tot mijn verrassing is Baas afkomstig uit Huizen in het Gooi, een plaats waar ik nog ruim een jaar heb gewoond.
De familie Baas zit al een paar generaties in de vis maar met de afsluiting van de Zuiderzee, ook in 1932, ziet de toekomst van die sector er niet goed uit. Misschien is Hendrik om die reden bij de politie gegaan. Maar om het goed te maken is hij wel getrouwd met de dochter van een Scheveningse visser.

Fragmentgenealogie Baas

Generatie I

I.              Hendrik Baas, geb. te Huizen op 9 aug 1832, N.H, winkelier, ovl. te Huizen op 15 feb 1899, tr. te Huizen op 10 jun 1860 met Dirkje Wiesenekker, geb. te Huizen op 15 okt 1834, ovl. te Huizen op 10 mrt 1903. Uit dit huwelijk:

1.              Jan, geb. te Huizen op 15 nov 1869, ovl. te Huizen op 1 jul 1895, volgt II.

 Generatie II

II.             Jan Baas, zn. van Hendrik Baas (I) en Dirkje Wiesenekker, geb. te Huizen op 15 nov 1869, vischventer, winkelier, ovl. te Huizen op 1 jul 1895, tr. te Huizen op 11 mrt 1893 met Tijmentje Savert, dr. van Fredrik Savert (vischventer) en Jannetje Ruiter, geb. te Huizen op 7 nov 1869, ovl. na 1 jul 1895. Uit dit huwelijk:

1.              Hendrik, geb. te Huizen op 23 jun 1893, ovl. te 's‑Gravenhage op 23 sep 1932, volgt III.

 Generatie III

III.           Hendrik Baas, zn. van Jan Baas (II) en Tijmentje Savert, geb. te Huizen op 23 jun 1893, agent van politie, ovl. te 's‑Gravenhage op 23 sep 1932, begr. te 's‑Gravenhage op 27 sep 1932, tr. te 's‑Gravenhage op 7 mrt 1923 met Jacoba Harteveld, dr. van Dirk Jacobus Harteveld (visscher) en Jacoba Harteveld, geb. te Scheveningen op 23 jan 1898. Uit dit huwelijk:

1.              Hendrik Jan (Henkie), geb. te 's‑Gravenhage op 3 feb 1924.

Zoals al eerder in de krant gemeld, gaat het niet goed met Hendrik. Voordat hij komt te overlijden. verschijnen er nog wel berichten dat hij, bij een confrontatie in het ziekenhuis, de dader heeft aangewezen. Op 23 september, drie dagen na het incident, overlijdt hij. De familie plaatst deze rouwadvertentie in de krant.


Het is dan nog niet duidelijk dat de begrafenis van Baas enorme proporties zal aannemen. Of we dat, door de bril van heden, moeten zien als een signaal van de autoriteiten richting het (communistische) volk, ik weet het niet maar het zou best kunnen. De communisten zelf waren in ieder geval die mening wel toegedaan. 
Op de zondag voor de begrafenis wordt Baas in tenminste drie protestantse kerken herdacht. Zonder overdrijving kan gesteld worden dat duizenden mensen op de een of andere wijze getuige zijn geweest van de teraardebestelling met korpseer van Hendrik. Uit het hele land stromen op 27 september (30) politiedeputaties toe, wel 1600 man. Langs de route, die via het Hoofdbureau gaat, staan nog eens "ettelijke duizenden belangstellenden". In de stoet (zie foto hieronder***) twee politiemuziekkorpsen en vertegenwoordigers van de Koninklijke Marechaussée, de Rijksveldwacht en onderdelen van leger en marine. Ook aan bloemkransen (meer dan 40), notabelen en sprekers geen gebrek. 
Voorafgaand aan de begrafenis heeft de Haagse hoofdcommissaris Francois van 't Sant 'een bezoek van rouwbeklag' gebracht aan de weduwe. Dat deed hij uit naam van Koningin Wilhelmina.**

De stoet op de Kranenburgweg bij de Nieboerweg

In alle krantenartikelen worden de weduwe van Hendrik en kleine Henkie met geen woord genoemd. Je vraagt je af hoe dit ongetwijfeld imponerende, imposante geheel op hen is overgekomen.

Met de begrafenis is er nog geen eind gekomen aan deze geschiedenis, ook niet voor de weduwe. In de gemeenteraad vinden verhitte discussies plaats over de achterstelling van communisten (door de politie) en de bescherming van fascisten van de Nationale Unie. In de pers wordt gesproken over de moordaanslag op agent Baas terwijl ook de verdachte niet alleen met zijn initialen wordt genoemd maar ook voluit: J. van Bohemen (Hof van Delft, * 10 augustus 1890) met zijn leeftijd erbij.
Op 9 februari 1933 dient de zaak tegen de "sluipmoordenaar" voor de rechtbank aan het Lange Voorhout. Er is een demonstratie gepland door Internationale Roode Hulp, een aan de communisten gelieerde organisatie. De dagvaarding luidt primair dat Van B. opzettelijk heeft geprobeerd agent Baas van het leven te beroven. Er zijn acht getuigen à charge en negen à décharge. Volgens de journalist van Het Vaderland, maakt de verdachte "een zeer vrijmoedigen, om niet te zeggen brutalen indruk." De getuigen à charge zijn weinig consistent in hun uitspraken terwijl de getuigen à décharge de verdachte niet of onvoldoen-de herkennen. De wat onduidelijke verklaring van een politiecommissaris, aanwezig bij de identificatie van de verdachte door agent Baars in het zieken-huis, wordt door de verdediging geheel gefileerd. Niettemin eist de Officier van Justitie 15 jaar wegens doodslag en vraagt de verdediging vrijspraak. Tot vreugde van de aanwezigen op de tribune besluit de rechtbank de verdachte onmiddellijk in vrijheid te stellen wegens gebrek aan bewijs. Zij zal op 23 februari uitspraak doen. Naar aanleiding daarvan gaat de Officier in hoger beroep dat dient voor het hof op 27 mei en 9 juni 1933.
Gesteund door een nieuwe getuige, die verdachte heeft herkend en hem ook al eerder had ontmoet bij de Haagse controlewoningen****, komt de Officier nu tot een eis van 12 jaar. Voordat de pleidooien beginnen verrast de president de aanwezigen met de mededeling dat hij de situatie ter plaatse wil bekijken. Zo gezegd, zo gedaan, het gezelschap gaat naar het wachthuisje van de Blauwe Tram bij de Boschbrug***** en na een half uur is men weer terug (sic). Het pleidooi van de advocaten eindigt wederom in een verzoek om vrijspraak bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. Op 21 juni wijst het Hof overeenkomstig vonnis, Johannes van Bohemen wordt vrijgesproken.


In augustus 1933 verzoekt Johannes om schadeloosstelling. Hij heeft per slot van rekening vastgezeten als verdachte van doodslag (in de krant heet dat nog steeds 'moord'). Maar zijn verzoek wordt 'niet ontvankelijk' verklaard. In mijn niet-juridische ogen een wat merkwaardige uitspraak omdat Van Bohemen de direkt betrokken partij in deze procedure was. Maar ja, er zullen nog meer juridische redenen zijn voor een niet-ontvankelijkverklaring.
Ook blijft natuurlijk de vraag hangen dat, wanneer Johannes niet de dader is geweest, wie het dan wel gedaan heeft. Maar van enig politie-onderzoek daar-naar heb ik niets kunnen vinden.
Een jaar na de dood van Hendrik Baas legt een deputatie van de politie nog een krans op zijn graf. En dat was dan de historie van een eerzame verkeersagent. Het kan verkeren...
Duidelijk is dat Baas niet aktief heeft deelgenomen aan het herstellen van de openbare orde, zoals dat zo mooi heet. In ieder geval gaat hij nu onder zijn eigen naam de geschiedenis in. En dat was de aanleiding om dit blog te schrijven.

* Tekening overgenomen uit de Haagsche Courant van 23-9-1932
** Deze vertrouwensman van Wilhelmina had ook als taak de affaires van haar man uit de wereld te helpen. Tijdens de oorlog was hij in Londen haar particulier secretaris en hoofd van de Nederlandse geheime dienst.
*** Foto overgenomen uit de Haagsche Courant van 27-9-1932
**** Tot 1 november 1927 is Andreas Miebies daar directeur van geweest. Zou hij Van Bohemen gekend hebben?
***** Dat was in de buurt van de Hertenkamp.


LinkWithin

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...