|
Nicolaas Orie, zittend, 3e van links, ca 1907 |
Vandaag is de 114e
geboortedag van de grootvader van vader’s kant van mijn betere wederhelft,
Nicolaas Orie (geb. Loosduinen, 1-11-1897 – overl. Den Haag, 5-9-1977). Opa,
iedereen noemde hem ‘Va’, was een bijzondere man. Hij had een rots-vast
vertrouwen in mijn carrièreverloop. Wanneer ik bij hem binnenkwam, werd ik
altijd begroet met: “Ha, daar hebben we de directeur van de KLM.” Ik heb hem
helaas moeten teleurstellen maar dat heeft hij niet meer meegemaakt.
Va was, het zal niet
verbazen, getrouwd met Moe. En Moe, dat was Adriana van Asten (geb. 23-7-1898 –
overl. Den Haag, 24-12-1979). Samen kregen zij welgeteld 14 kinderen van wie
mijn schoonvader Hendrik Jacobus (geb. Loosduinen, 23-11-1918 – overl. Den
Haag, 20-4-2007) de oudste was.
Zoals gezegd, Va was een
bijzondere man. Van huis uit was hij elektro-technicus. Dat zat waarschijnlijk
in zijn genen want zijn vader werkte al bij het Haagse GEB, het Gemeentelijk
Electrisch Bedrijf. Als elektrotechnicus heb ik ‘m niet zo meegemaakt. Wel bv.
als bouwer van stoommachientjes. Die maakte hij wel voor kleinkinderen. Ik weet
niet of die dingen nog bestaan maar dat waren goed werkende machines waarmee
je, middels een drijfriempje dingen kon aandrijven. De “brandstof” bestond,
als ik me goed herinner, uit blokjes carbid, CaC2 voor de scheikundig onderlegden.
|
Va in zijn werkplaats, met stoommachientje |
Wanneer je daar gedoseerd water aantoevoegde, ontstond er ethyngas en bij voldoende
drukontwikkeling zette dat het stoommachientje in beweging. Zo’n machientje
maken, dat vergde de nodige vakkennis. Ontwerpen, technisch inzicht, met koper
en metaal om kunnen gaan, solderen, afwerken, lakken enz. Echt schitterende
staaltjes vakmanschap. Op de krantenfoto is er eentje zichtbaar. Waar ze
allemaal gebleven zijn, ik weet het niet. Ik zou van zo’n “echte Orie” wel een
mooie foto willen hebben.
Gelukkig zijn er nog wel
andere “echte Orie’s” en dat zijn de schilderijen die hij in ruime mate heeft
nagelaten. Wintertjes, landschappen, stillevens, hij deinsde nergens voor
terug. Al schilderend kan ik hem uittekenen. Staande achter zijn buro-ezel met
daarop een spieraampje, de eeuwige pijp of sigaar (“Henri Wintermans graag”) in
de mond, de stofjas aan en genietend van een glaasje vieux temidden van de vele
kinderen en kleinkinderen die het huis in de Wilhelminastraat schijnbaar altijd
vulden.
Hij valt bij mij in de
categorie ‘unieke figuren’; ik bewaar de beste herinne-ringen aan hem!
|
Wintertje, gesigneerd N. Orie |