Sunday 25 September 2011

Apeldoorn


We wonen dan wel in C. maar je wil toch wel af en toe eens wat cultuur snuiven. Daarom met Hilde & Ruud op pad geweest en op aandringen van Hilde eerst naar Spakenburg, naar het ‘schoonmaakmuseum’. Ik had geen idee wat we daar zouden aantreffen. Wel werden er vooraf toespelingen gemaakt op Sorbo de Griek die iets met Lodalientje van plan zou zijn. De werkelijkheid was iets minder prozaïsch. Het streng christelijke dorp hield zich in het verleden o.m. met Zuiderzeevisserij bezig. Een goed deel van de bevolking was daarmee doende. Op dit moment is er nog maar één visser die af en toe permissie heeft om nog wat snoekbaars te vangen. De rest van de vloot ligt er voor de sier en de toeristen. Naast de welhaast onvermijdelijke palingrokerijen was er ook een fabriek, waar ontzagwek-kende hoeveelheden knopen werden gefabriceerd door de vele meisjes van het dorp. Dat zo iets economisch mogelijk was, zegt wel iets over de lonen die toentertijd betaald werden. Hoe dan ook, een leuk museumpje dat door vrijwilligers gerund wordt. En de koffie met Spakenburger koek gaat er tegen concurrerende prijzen van de hand. Na nog een visje verschalkt te hebben gingen we Apeldoornwaarts, het echte doel van onze tocht.
Overigens, de term 'schoonmaakmuseum' slaat op het welhaast tot religie geworden schrobben van de straatjes in Spakenburg. Dat schijnt ook heden nog een favoriet tijdverdrijf te zijn. Maar zoals gezegd, op naar Apeldoorn!
Daar, in het CODA (Cultuur Onder Dak Apeldoorn) is t/m van-daag (25 sept.) een expo-sitie van werk van Marius van Dokkum (en ook nog van Suske en Wiske, maar daar kwamen we niet voor). Binnen het CODA vind je onder meer het museum, de bibliotheek en het gemeentearchief. Het is, zeker aan de binnenkant, een mooi ruim opgezet gebouw.

Via mijn twitteractiviteiten was ik door @CODAapeldoorn al ruimschoots over deze expositie geïnformeerd, maar van Marius van Dokkum had ik tot dan nog nooit gehoord. Achteraf bleek dat ik wel werk van hem kende.


Voor mijn gevoel is Van Dokkum meer een tekenaar die zijn tekeningen inkleurt dan een “echte” schilder. Maar daar doe ik hem waarschijnlijk mee te kort. Hoe dan ook, zijn belangrijkste werk bestaat uit humoristische situaties met soms heel subtiel een dubbele bodem er in. Ze zijn een genot om naar te kijken. Hoewel de verleiding groot is om zijn personages als karikaturen te bestempelen, zijn ze dat niet. Daar zijn ze net wat te “echt” en te herkenbaar voor.


Naast dit werk maakt hij ook Helmantelachtige stillevens, het echte fijnschilderen dus. Daar komt de schilder dan toch wel om de hoek kijken. Ook zijn Veluwse bosgezichten zijn schilderijen pur sang.
Het is geen grote expositie maar toch zeer de moeite waard. Goed dat het CODA aan deze man van de streek, hij komt uit Ugchelen, aandacht heeft gegeven.
De gang naar Apeldoorn had nog een doel. Mijn vader was ambtenaar bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Samen met het Min. van Justitie is dat in ca. 1942 verplaatst van Den Haag naar Apeldoorn. Dus zo kwamen mijn ouders daar terecht op de Parkweg (nu: Prof. Röntgenstraat) nummer 6. Van ongeveer half 1944 tot na de bevrijding heb ik daar ook gewoond, naast het toenmalige Belastingkantoor. Omdat ik bezig ben foto’s te verzamelen van alle huizen waar ik ooit gewoond heb, was dit natuurlijk een mooie gelegenheid de Parkweg aan de verzameling toe te voegen. Toevallige gesprekjes met bewoners daar, leverden ook nog wat informatie op. O.a. over de exacte locatie (#19) van de sigarenzaak van de fam. Vos die zich ooit aan de overkant bevond en de naam van de groenteboer (Mulderij), ook aan de overkant.


De dag afgesloten in een Grieks restaurant op de markt in Apeldoorn, waarmee we een bescheiden bijdrage hebben geleverd aan de oplossing van de eurocrisis.

No comments:

Post a Comment

All comments will be moderated before being published...

LinkWithin

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...