We wonen dan wel in C. maar je wil toch wel af en toe eens wat cultuur
snuiven. Daarom met Hilde & Ruud op pad geweest en op aandringen van Hilde
eerst naar Spakenburg, naar het ‘schoonmaakmuseum’. Ik had geen idee wat we
daar zouden aantreffen. Wel werden er vooraf toespelingen gemaakt op Sorbo de
Griek die iets met Lodalientje van plan zou zijn. De werkelijkheid was iets
minder prozaïsch. Het streng christelijke dorp hield zich in het verleden o.m.
met Zuiderzeevisserij bezig. Een goed deel van de bevolking was daarmee doende.
Op dit moment is er nog maar één visser die af en toe permissie heeft om nog
wat snoekbaars te vangen. De rest van de vloot ligt er voor de sier en de
toeristen. Naast de welhaast onvermijdelijke palingrokerijen was er ook een
fabriek, waar ontzagwek-kende hoeveelheden knopen werden gefabriceerd door de
vele meisjes van het dorp. Dat zo iets economisch mogelijk was, zegt wel iets
over de lonen die toentertijd betaald werden. Hoe dan ook, een leuk museumpje
dat door vrijwilligers gerund wordt. En de koffie met Spakenburger koek gaat er
tegen concurrerende prijzen van de hand. Na nog een visje verschalkt te hebben
gingen we Apeldoornwaarts, het echte doel van onze tocht.
Overigens, de term 'schoonmaakmuseum' slaat op het welhaast tot religie geworden schrobben van de straatjes in Spakenburg. Dat schijnt ook heden nog een favoriet tijdverdrijf te zijn. Maar zoals gezegd, op naar Apeldoorn!
Overigens, de term 'schoonmaakmuseum' slaat op het welhaast tot religie geworden schrobben van de straatjes in Spakenburg. Dat schijnt ook heden nog een favoriet tijdverdrijf te zijn. Maar zoals gezegd, op naar Apeldoorn!
Daar, in het CODA (Cultuur Onder Dak Apeldoorn) is t/m van-daag (25
sept.) een expo-sitie van werk van Marius van Dokkum (en ook nog van Suske en
Wiske, maar daar kwamen we niet voor). Binnen het CODA vind je onder meer het museum, de bibliotheek en het
gemeentearchief. Het is, zeker aan de binnenkant, een mooi ruim opgezet gebouw.
Via mijn twitteractiviteiten was ik door @CODAapeldoorn al ruimschoots
over deze expositie geïnformeerd, maar van Marius van Dokkum had ik tot dan nog
nooit gehoord. Achteraf bleek dat ik wel werk van hem kende.
Voor mijn gevoel is Van Dokkum meer een tekenaar die zijn tekeningen
inkleurt dan een “echte” schilder. Maar daar doe ik hem waarschijnlijk mee te
kort. Hoe dan ook, zijn belangrijkste werk bestaat uit humoristische situaties
met soms heel subtiel een dubbele bodem er in. Ze zijn een genot om naar te
kijken. Hoewel de verleiding groot is om zijn personages als karikaturen te
bestempelen, zijn ze dat niet. Daar zijn ze net wat te “echt” en te herkenbaar voor.
Naast dit werk maakt hij ook Helmantelachtige stillevens, het echte
fijnschilderen dus. Daar komt de schilder dan toch wel om de hoek kijken. Ook
zijn Veluwse bosgezichten zijn schilderijen pur sang.
Het is geen grote expositie maar toch zeer de moeite waard. Goed dat het
CODA aan deze man van de streek, hij komt uit Ugchelen, aandacht heeft gegeven.
De gang naar Apeldoorn
had nog een doel. Mijn vader was ambtenaar bij het Ministerie van Binnenlandse
Zaken. Samen met het Min. van Justitie is dat in ca. 1942 verplaatst van Den Haag
naar Apeldoorn .
Dus zo kwamen mijn ouders daar terecht op de Parkweg (nu: Prof. Röntgenstraat)
nummer 6. Van ongeveer half 1944 tot na de bevrijding heb ik daar ook gewoond,
naast het toenmalige Belastingkantoor. Omdat ik bezig ben foto’s te verzamelen
van alle huizen waar ik ooit gewoond heb, was dit natuurlijk een mooie
gelegenheid de Parkweg aan de verzameling toe te voegen. Toevallige gesprekjes
met bewoners daar, leverden ook nog wat informatie op. O.a. over de exacte
locatie (#19) van de sigarenzaak van de fam. Vos die zich ooit aan de overkant
bevond en de naam van de groenteboer (Mulderij), ook aan de overkant.
De dag afgesloten in een Grieks restaurant op de markt in Apeldoorn , waarmee we een
bescheiden bijdrage hebben geleverd aan de oplossing van de eurocrisis.
No comments:
Post a Comment
All comments will be moderated before being published...