V.l.n.r. A.J. Schregel-van der Salm, B.P.A. Schregel, J.H. de Langen en J.C. Miebies, waarschijnlijk tijdens de mobilisatie |
Het klinkt misschien
vreemd maar over mijn vader weet ik niet zo bijster veel. Ik heb hem niet
bewust gekend en hij mij nauwelijks dus alles wat ik weet is op z’n best uit de
tweede hand. Een onder-werp waar ik tot voor kort helemaal niets van wist, heeft
betrekking op zijn militaire dienstplicht. Omdat er een paar foto’s van hem
zijn in uniform (zie de foto van mijn vader te paard en de foto hiernaast) wist ik wel dàt hij in dienst was geweest maar waar en
wanneer...
Via twitter werd ik
geatten-deerd op het bestaan van een afdeling Semi-Statische
Archiefdiensten (wat moet ik me daar nou toch bij voorstellen??) van het
Ministerie van Defensie te Kerkrade .
Daar zouden ze van elke militair nog gegevens hebben. Dus die heren maar aangeschreven,
en met succes. Op 19-10-2011 stuurden ze on-derstaande brief met de zogenoemde
‘staat van dienst’ van mijn vader. Z’n hele militaire carrière op één A4-tje.
Niet dat alles nu meteen duidelijk is geworden is maar je hebt tenminste iets!
Laten we bij het begin beginnen, hij is als gewoon dienstplichtige in
Den Haag opgekomen bij de Landmacht als deel van de lichting 1934 (er was toen
maar één lichting per jaar). Z’n legernummer was 14.08.03.030 en hij werd
geplaatst bij het 2e Regiment Onbereden Veldartillerie, waarschijnlijk in Den
Haag. Dat was op 17-9-1934, hij was toen net 20 jaar oud. Dat ‘onbe-reden’ slaat
waarschijnlijk op het gegeven dat de kanonnen van dit regiment gemotoriseerd
werden voortbewogen en niet (meer) met paardentractie. Er zijn rapporten dat
men hiervoor Fordson landbouwtractoren gebruikte maar dat die te licht waren.
Wanneer er echt getrokken moest worden, sloegen ze achterover…
Brief Min. van Defensie 19-10-2011 |
Te eniger tijd is hij aangewezen voor de opleiding tot onderofficier. Op
17-1-1935 wordt hij bevorderd tot korporaal titulair en een maand later tot
korpo-raal. Dat ‘titulair’ betekent dat hij nog in opleiding is en ook de
bijbehorende financiën nog niet ontvangt. Dat zal sowieso niet veel geweest
zijn want de soldij van een dienstplichtige bedroeg in de 30-er jaren
rond de f 2,00 (ong. € 0,90) per week.
‘Wat goed is, komt snel’ zegt men en op 18 april wordt hij wachtmeester
titulair. Verrassend kort daarop (16-6-1935) gaat hij al met groot verlof. Hij
is dan slechts negen maanden in dienst geweest. Toch is dat, door de oplei-ding
tot onderofficier, nog 3½ maand langer dan voor een diensplichtig sol-daat. Maar
dat neemt niet weg dat hij een maand na afzwaaien tot wacht-meester, ‘wmr’ in
het militaire jargon, wordt bevorderd.
Van 10 mei t/m 3 juni 1938 komt hij terug in dienst, ik neem aan voor
her-halingsoefeningen.
Door de crisis rond Polen besluit de Nederlandse regering om op
28-8-1939 het leger te mobiliseren. Mijn vader meldt zich de dag daarna en
wordt overgeplaatst naar de 1e Batterij, 1e Afdeeling, 16e Regiment Artillerie
(1-I-16 RA). In de meidagen van 1940 belandde I-16 RA in Elst om van daaruit de
Grebbeberg te bestoken maar al eerder, op 30-10-1939 was de wmr Miebies ‘in
onderhoud gesteld bij de subsistenten compagnie Depotbataljon Grenadiers’.
Pardon?? Het was kennelijk (in die dagen?) zo dat militairen werden
overgeplaatst naar korpsen waartoe zij niet behoorden. En die mili-tairen
vormden dan een z.g. subsistenten eenheid.
Voor zover ik heb kunnen nagaan was er een depotcompagnie Grenadiers op vliegveld
Ockenburg gestationeerd. Of dat dezelfde compagnie was die in de ochtend van de
eerste oorlogsdag 10 mei 1940, naar Wassenaar werd gedirigeerd, heb ik niet
kunnen vaststellen.
Het Depotbataljon Grenadiers bestond uit vier compagnieën en welke van
die vier nou de subsistenten compagnie was?? De genoemde compagnieën hebben
beide (?) aan gevechtshandelingen deelgenomen maar ik heb nooit gehoord dat
mijn vader daarbij betrokken is geweest.
In ieder geval vindt op 14 mei de capitulatie plaats en op 7-6-1940
wordt mijn vader groot verlof verleend.
Uittreksel Register van Overlijden J.C. Miebies |
De ‘staat van dienst’
eindigt met de mededeling dat J.C. Miebies is overleden op 13-4-1943! Voorlopig
neem ik aan dat het een tikfout is want hij is welis-waar op die datum maar wel twee jaar
later overleden. Maar ik zal het toch nog eens navragen, want hoe/waarom men in
Kerkrade niet zijn huwelijks-datum maar wel zijn overlijdensdatum weet, dat begrijp
ik niet helemaal.
Afijn, toch weer wat
duidelijkheid maar tegelijkertijd ook nog een paar vragen voor mijn moeder.