For a summary in English please scroll down.
Al bladerend door wat oude kranten in Delpher las ik onderstaande mededeling.
Afb./img 1: Algemeen Handelsblad 3-1-1875 |
Afb./img 2: Kop uit Het Parool 4-2-2023 |
"De onfortuinlijke die ziek werd of gewond raakte én in één van de gasthuizen belandde had overigens dubbel pech: Hoewel de medische kennis door de eeuwen heen verbeterde, waren zowel het Binnen- als het Buitengasthuis nog tot diep in de negentiende eeuw berucht om de spartaanse verzorging, de slechte hygiëne en brandgevaar. Wie geld had liet zich dan ook liever thuis verzorgen!
Anders dan nu konden Amsterdammers en toeristen na het betalen van poortgeld naar binnen om de zieken en gekken te bekijken."
Afb./img 3: Psychiatrische patiënten in het Buitengasthuis ca. 1890 met arts Van Dommelen en verplegers 1) |
Hermanus verblijft 13 dagen in deze "psychiatrische inrichting" waarna hij een onderkomen vindt in de Wijde Kapelsteeg. Niet voor lang echter want op 15 april wordt hij weer voor 13 dagen opgenomen in het Buitengasthuis, nu op de afd. zieke mannen.
Later blijkt dat hij na ontslag op 3 juli naar het buitenland (Antwerpen) is gegaan maar op 8 augustus woont hij alleen weer aan de Oudezijds Achterburgwal. Daar blijft hij niet lang. Vanaf maart 1877 gaat hij vermoedelijk bij zijn moeder inwonen maar op welk adres? Er zijn voor de weduwe Sachteleben-Bavink namelijk twee inschrijvingen in het bevolkingsregister. Eén op het Kamperhoofd en de andere op de Prins Hendrikkade. Die adressen liggen wel dichtbijelkaar maar twee inschrijvingen voor dezelfde periode, daar klopt iets niet. Het gegeven dat de eerste inschrijving op naam van Sachteleben is, een naam die bij de tweede als Sachtleben geschreven wordt, kan daar al nauwelijks de oorzaak van zijn.
Even terug naar Cornelia. Nadat haar man in maart 1876 voor de eerste maal is opgenomen in het Buitengasthuis, blijft zij tot eind 1876 op de Prins Hendrikkade wonen. Maar voor die tijd besluit ze kennelijk al dat het wel mooi is geweest met Hermanus. Ze dagvaardt hem op 26 februari, een paar dagen voordat hij in het Buitengasthuis wordt opgenomen, met een eis tot scheiding subsidiair tot scheiding van tafel en bed. De Arrondissementsrechtbank in Amsterdam wijst vonnis in deze zaak op 23-10-1876.
Afb./img 4: Algemeen Handelsblad 14-12-1876 |
Afb./img 5: Deel van de conclusie van advocaat Van der Hans 2) |
En Cornelia, hoe gaat zij verder na deze episode in haar leven? Na haar verblijf op de Prins Hendrikkade trekt zij bij haar ouders in op de Passeerdergracht. Die wonen daar nog met vier broertjes en zusjes van Cornelia. Ze blijft daar maar een paar maanden, tot april 1877. In die tijd zal ze wel gehoord hebben dat haar "ex" is overleden. Ook zal haar alimentatie gestopt zijn. Daarna verhuist ze nog een paar keer, woont steeds alleen en vindt ook weer werk; ze gaat als tapster aan de slag. Of het komt dat ze door haar werk wat meer onder de mensen komt, maar vanaf februari 1879 woont ze op de Marnixkade met ... een die maand geboren dochter die zowel haar voor- als achternaam draagt. Van de vader geen spoor, tenminste niet in het bevolkingsregister. In maart 1880 vinden we haar weer terug in de Egelantierstraat, nog steeds met dochter Cornelia. Kort daarop verhuist ze weer eens, nu naar de Konijnenstraat. Haar dochter heeft plotseling een andere achternaam: Kother. In 1883 en 1886 komen daar nog een dochter en een zoon bij, ook met die familienaam. Maar nog steeds geen vader in beeld. Tot 28-7-1887, dan trouwt Cornelia met de diamantslijper Lodewijk Kother (ook: Köther). Bij dat huwelijk worden de drie eerder genoemde kinderen erkend. Het vreemde is wel dat ze in de Konijnenstraat al getooid zijn met de achternaam Kother terwijl ze toch echt vòòr het huwelijk geboren zijn en ook als Meister in de huwelijksacte genoemd worden.
Vermeldenswaard is nog dat Cornelia ergens na maart 1880 een winkeltje in garen, band en manufacturen is begonnen op de Nieuwezijds Voorburgwal 332.
Afb./img 6: 332 Nieuwezijds Voorburgwal 4) midden met trapgevel/premises in the middle with stepped gable |
We weten dit omdat ze in de loop van 1884 failliet wordt verklaard.
Afb./img 7: Algemeen Handelsblad 25-1-1884 |
Op 26-12-1890 krijgt Cornelia haar zesde koter eehh kind. Lodewijk en Cornelia worden ook nog verblijd met klein- en achterkleinkinderen. Dat valt op te maken uit beider rouwadvertenties. Ze overlijden in 1934, een half jaar na elkaar.
Afb./img 8: Rouwadvertenties/obituaries Köther-Meister |
Al met al mag je toch vaststellen dat Cornelia een bewogen leven heeft gehad. Haar levensomstandigheden zullen niet riant geweest zijn maar dat is uit de beschikbare documenten nauwelijks op te maken. Of je moet uit de adressen/buurten, waar Cornelia allemaal gewoond heeft, conclusies kunnen trekken. In ieder geval is het "leuk" om vast te stellen wat je al niet kunt uitvinden naar aanleiding van een simpele maar intrigerende mededeling.
Update 28 okt. 2023
Op 4-9-1876 vinden de getuigenverhoren plaats 2). Er zijn acht getuigen opgeroepen, zes daarvan mogen hun zegje doen. Procureur Van der Hans vindt dat voor de laatste twee niet meer nodig. De griffier heeft moeite de juiste gegevens van de getuigen te noteren. Mondelinge gegevensoverdracht is niet waterdicht; tussen [....] staan de gecorrigeerde gegevens o.b.v. het bevolkingsregister.
Die getuigen, allen à charge, zijn:
1. Aart Vapen [moet zijn Foppen] (28), werkman van den handel, wonend in de Nieuwebrugsteeg 8 (geb. 17-7-1848 te Harderwijk). Vermeldenswaard is nog dat deze Aart van 14-7-1885 tot 16-6-1886 verblijft in het krankzinnigengesticht te Medemblik.
2. Anna Hillegonda Baumeister [m.z. Bouwmeester] (51), weduwe van Johannes Cornelis Haas, naaister, wonend Gelderschekade 15 (geb. 20-6-1825 te Amsterdam). Anna laat noteren dat zij niet kan schrijven.
3. Daatje Westerkamp (52), huisvrouw van Jan [Jens] Willem Elsner, schoonmaakster, Korte Kerkstraat 1 (geb. 28-3-1825 te Watergraafsmeer.
4. Johan Ferdinand NuKwist [m.z. Nygvist] (26), kleedermaker, wonend Zeedijk (68) bij de Stormsteeg (geb. 10-9-1851 te Udevalla, Zweden).
5. Vincentius Gerardus [m.z. Richardus] de Vries (53), vletterman, Oudezijds Voorburgwal 14 (geb. 23-9-1821 te Amsterdam).
6. Jan Bleeker (36), ambtenaar bij de belastingen, Marnixstraat 14 (geb. 28-4-1841 te Amsterdam).
Men getuigt van drankmisbruik (getuigen 1,2,3,4 en 6), hevig uitschelden (1,2,3,4 en 6), mishandeling (2 en 5), vernieling van huisraad (2,3 en 6), gedwongen de woning te verlaten (1,2,3 en 4) en in het gezicht spugen (4).
Uit de diverse processen verbaal blijkt dat de gedaagde Hermanus een tapperij had op de Buitenkant bij de Schreierstoren. Ik vermoed dat hij daar zijn eigen beste klant is geweest.
Noten:
1) Bron: Stadsarchief Amsterdam, toegangsnummer 5268.FO Archief van de Gemeenteziekenhuizen
2) Met dank verkregen via de 'scan op verzoek-service' van het Noordhollands Archief (toegangsnummer 198, inv.nrs 1157 en 1891).
3) Nadat ik deze veronderstelling had opgeschreven, heb ik een poging gedaan om na te gaan of die bewering hard te maken is.
Aan het eind van de 19e eeuw werden echtscheidingsrekesten (inclusief die van tafel en bed) behandeld door een arrondissementsrechtbank. Voor de Amsterdamse rechtbank zijn de naamklappers nog beschikbaar bij het Noordhollands Archief. Daarin heb ik gekeken naar de scheidingen van personen waarvan de achternaam met een "grote letter" begint, de B. In de periode 1882-1899 werden daar 428 rekesten behandeld. Gebaseerd op de voornamen werden die rekesten gedaan door slechts 144 mannen (33,6%). Dat betekent dat veruit de meeste rekesten werden ingediend door vrouwen (284, 66,4%)!! Rekesten worden ingediend door de eiser(es) in de procedure. Als dat betekent dat vrouwen in die gevallen het initiatief tot de scheiding hebben genomen, dan is mijn veronderstelling misschien wel plausibel maar niet juist.
NB Wanneer Nederlandse familienamen worden verdeeld o.b.v. de eerste letter, dan komen bij de B en de S de meeste namen te staan.
4) Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam
Summary of this post in English
Before their marriage, both Cornelia and Hermanus lived at various addresses. As of April 30, 1874, the date of their marriage, they lived together in a street called Kamperhoofd which is near the present Central Station. Let happiness begin! That seems like a logical thought. However, this thought does not coincide with the fact that Hermanus leaves the marital home just a month after the wedding ceremony. Cornelia stays behind and remains there until January 1875. So what is going on here?
According to the population registers Hermanus moves to the Prins Hendrikkade. He stayed there until April 1876. Surprisingly enough Cornelia joined her husband again in early 1875. Did they make it up or what?
As of January 3, 1875, the above-mentioned warning is published repeatedly. Why? Did Cornelia make concessions or did she promise to better her life? We don't know.
But maybe there is another reason. There is no information about how the two partners got along. But possibly it was a little less cozy than the outside world thought.
On March 1, 1876, Hermanus was admitted to the insane asylum ward of the Amsterdam Buitengasthuis. At the time this institution was infamous for its bad hygienic circumstances and the spartan care patients were subjected to. Against payment, outsiders were even admitted to eye the sick and the insane!
Hermanus stayed there for 13 days when he moved to again another address, alone. But not for long. On April 15 he was hospitalized once more in the same institution. But this time he stayed in the part where sick men were cared for. Again he stayed there for 13 days. It looks like that after this period he moved in with his mother.
In the meantime, Cornelia continued to live at the Prins Hendrikkade address until the end of 1876. Apparently, she decided there was little hope for a normal marriage with Hermanus and she filed for a divorce. During the court proceedings, it became clear that there was excess, physical abuse, and gross insult. Also, the attorney spoke of alcohol abuse. For witness statements see the update below.
Because the judges did not consider it proven that Cornelia's life was endangered, the sentence was separation from bed and board (image 4). The judge in Amsterdam also awarded alimony in the amount of 5 guilders per week.
Considering that at the end of the 19th century, society in The Netherlands was dominated by men, I feel it is remarkable that Cornelia took this action. But she did! 5)
Shortly after the judge's verdict, on March 11, 1877, Hermanus died, just 31 years old. And that ends a childless marriage that lasted less than three years.
And Cornelia, how did she continue after this cumbersome period in her life?
She moved in with her parents and four remaining brothers and sisters. Her profession is shown as tapster. Thereafter, she moved again a couple of times until we found her in a house on the Marnixkade where she lives with ... a daughter also named Cornelia. Possibly she met the father during her work but he remains nameless for the time being.
When living in the Konijnenstraat (Rabbitstreet) a few years later there were two more kids. But all three now have a different last name: Kother. Finally, on July 28, 1887, the father appears on stage. Cornelia and diamondcutter Lodewijk Kother got married. During that ceremony, Lodewijk recognized the three children as his children.
At some time during her marriage, Cornelia started a shop in yarn, ribbons, and other dry goods at 332 Nieuwezijds Voorburgwal (image 6). We know this because, in the course of 1884, she was declared bankrupt (image 7).
All in all, Lodewijk and Cornelia had six children. The last one, Coenraad Johannes, was born on December 26, 1890. The couple was 77 and 83 years old. They died within six months of each other in Amsterdam in 1934.
Postscript
I tried to demonstrate that even behind a simple classified ad dramatic events may be hidden. Also, historical newspapers are a source of inspiration for people who like to uncover the past.
Update Oct. 28, 2023
During the witness hearing on Sept. 4, 1876, six witnesses testified in favor of Cornelia. They speak of alcohol abuse by Hermanus as well as scolding, assault, and destruction of household goods. Also, Cornelia is forced to leave the marital home, and Hermanus spits her in the face.
From the proceedings, it also appears that Hermanus runs his own pub. I guess he was his own best customer.
Note
5) Although this seems like a credible assumption, it does not appear to be true. I had a look at a limited number of petitions for divorce made during 1882 u/i 1899. In this period there were 428 petitions for persons, living in Amsterdam, whose last name started with a B. Out of this number, 284 (66,3%) petitions had been made by women!! So much for my credibility...
No comments:
Post a Comment
All comments will be moderated before being published...