Het begin
Stel je eens voor, je bent een meisje van goed 14 jaar, het is 1880, je bent zwanger, je komt uit het verre Ned. Indië in Amsterdam aan, je komt in huis bij volslagen onbekenden en je schenkt het leven aan een zoon! Dat overkwam Maria Johanna Francisca Schulze, de bet-overgrootmoeder van onze kleinzoon Tobias Hendrik.
Tot voor kort was het volslagen onduidelijk wie zij was, waar ze vandaan kwam en waar ze na de bevalling naar toe is gegaan. Vanwege al deze vragen en onduidelijkheden, heb ik eerder op dit blog over haar geschreven. Gelukkig worden die verhalen door anderen gelezen. Eén van die anderen was een dame uit Z. die met een waardevolle tip kwam waardoor een aantal onduidelijkheden opgehelderd kon worden. Maar laten we terug gaan in de tijd en de gebeurtenissen in chronologische volgorde zetten.
- Op 28 juli 1825 wordt in Twello (Gld) ene Karel Frederik Schultze (met een t) geboren. Hij is de zoon van Johan Hendrik George Schultze, een provinciaal veearts, en zijn tweede vrouw Anna Maria Geertrudis Homann. Karel Frederik is de oudste zoon en de op één na jongste van zes kinderen uit dit huwelijk.
- Zo'n 15 jaar later komt op 5 mei 1840 in Deventer Hendrika Scheeffer ter wereld. Haar moeder is een halfzuster van de hiervoor onder 1. genoemde Karel Frederik. Haar naam is Catharina Josephina Schultze, kind uit het eerste huwelijk van haar vader Johan Hendrik George. Hendrika Scheeffer trouwt in 1877 met de door de wol geverfde - het is zijn derde huwelijk - Amsterdammer Gerrit Box. Zij gaat met hem in de hoofdstad wonen, in de Marnixstraat 100.
- Weer 15 jaar later vinden we de inmiddels bijna 30-jarige Karel Frederik Schultze (KFS) als 1e luitenant van het Oost Indisch Leger aan de westkust van Sumatra. Het is 23 mei 1855. Hij wordt overgeplaatst naar het 11e bataljon. Bijna 3 jaar later gaat hij naar het garnizoens-bataljon gelegerd te Palembang. We schrijven 28 januari 1858, KFS is inmiddels bevorderd tot kapitein.
- Op 28 november 1860 is KFS nog steeds in Palembang, bij het garnizoens-bataljon.
- Volgens diverse bronnen wordt op 1 oktober 1865 in Palembang een meisje geboren. Zij heet Maria Johanna Francisca Schultze (MJFS). Haar ouders worden nergens genoemd.
- Wonend in Padang, gelegen aan de westkust van Sumatra, koopt KFS op 30 oktober 1867 het buiten Jagtrust in Boxtel (NB).
- Op 1 februari 1870 overlijdt in Banjermassin Meinard Simon du Pui, majoor bij de artillerie o.a. op Sumatra. Hij laat zeker drie meisjes achter (zie 17), waarschijnlijk kinderen die hij kreeg bij Fatima Arabia Manggoer/Mangoor. Te oordelen aan de naam, was dit een inlandse vrouw, een njai.
- In september 1870 wordt in Banjermassin (Borneo) een jongetje te vondeling gelegd. Er wordt geschat dat hij ca. 6 maanden oud is. Hij heeft/krijgt de naam Goesti Amat. Niet alle bronnen zijn het over zijn geboortedatum/-jaar eens. Wanneer Goesti in 1882 arriveert in het jongenspensionaat St. Louis in Roermond, noteert men dat hij op 6 oktober 1872 geboren is, een geboorteplaats ontbreekt.
- Uit een briefwisseling met het Ned. Indische Rode Kruis, blijkt dat luitenant-kolonel KFS rond 8 januari 1871 militair commandant te Banjermassin was.
- Op 23 mei 1876 wordt de dan in Batavia woonachtige KFS bevorderd tot generaal-majoor.
- De inboedel van zijn huis aan het Waterlooplein wordt 'wegens vertrek' op 31 juli 1876 geveild. Tot de boedel behoren o.a. een kinderwagentje en een goed gedresseerd kinderrijpaard.
- Op 5 augustus 1876 vertrekt KFS met enig ceremonieel aan boord van de ss Koning Willem III naar of Soerabaja of Semarang om daar het commando van de 2e militaire afdeeling op Java over te nemen.
- KFS is, zij het laat, aanwezig in Semarang bij de inscheping van het 5e bataljon op 6 juli 1878. Drie maanden later gaat KFS met pensioen.
- Op 28 juni 1879 komt de generaal, vergezeld door "1 kind" , uit Semarang met de ss Sindoro aan in Batavia.
- Drie maanden later, op 23 september, vertrekt KFS, dit keer vergezeld door "kinderen", met het Engelse ss Hampton naar Nederland.
- Op of rond 20 november 1879 laat KFS zich inschrijven in het bevolkingsregister van Boxtel (NB). Hij staat daar te boek als broer van de hoofdbewoner/-ingeschrevene, zijn zuster Amalia. Ook wordt ingeschreven Maria Johanna Francisca Schultze (MJFS) komend uit Batavia. Zij wordt vermeld als zijnde het nichtje van hoofdbewoner Amalia.
- Op die 20e november worden ook nog ingeschreven Goesti Amat, dit keer geboren in 1873 maar wel in Banjermassin, en drie zusjes Dupui allen komend van Batavia. Die zusjes zijn Marie Frederique (13-4-1863), Louise (8-9-1864) en Marguerite (21-8-1869), allemaal ook in Banjermassin geboren.
- Een half jaar later, op 4 april 1880, wordt in Amsterdam Frans Schulze (zonder t) geboren. Op de inschrijving in de burgerlijke stand staat Maria Johanna Francisca Schulze (ook zonder t) als moeder genoemd. Er staat bij dat zij in Semarang woont. Als plaats van geboorte wordt genoemd de Marnixstraat 100. De aangifte wordt gedaan door Dr. Maurits Meijers die niet ver daar vandaan op de Marnixkade woont.
- De hoofdbewoner van het huis in de Marnixstraat is Gerrit Box die daar met zijn (3e) vrouw, Hendrika Scheeffer, woont. Zij beschouwen Frans, die, getuige een foto, duidelijk (ook) Indisch bloed heeft, als hun pleegzoon. Als zodanig staat hij ook in het Amsterdamse bevolkingsregister vermeld.
- Drie dagen na de geboorte van Frans gaan de drie zusjes Dupui van Boxtel naar Uden. Ze worden ingeschreven in de kostschool van de zusters Ursulinen die daar ook een klooster hebben.
- In juni 1880 wordt MJFS (met een t) ingeschreven in het pensionaat voor jonge juffrouwen van de Zusters Franciscanessen in Heijthuizen (L). Ze is nog geen 15 jaar oud.
- Op of rond 13 oktober 1881 wordt MJFS weer ingeschreven in het bevolkingsregister van Boxtel, nu als nichtje van KFS, de hoofdbewoner (waarschijnlijk van het buiten Jagtrust). Ook Goesti Amat en het oudste meisje Dupui, terug uit Uden, worden hier genoemd. De laatste vertrekt op 24 april 1886 naar Weltevreden/Batavia.
- Goesti Amat wordt ingeschreven in het jongenspensionaat St. Louis in Roermond.
- KFS overlijdt op 11 december 1885 in Boxtel. In de memorie van successie, opgemaakt om zijn nalatenschap te waarderen, wordt geld gereserveerd om de opvoedingskosten over 1885 voor zowel Goesti Amat als MJFS te betalen. Zowel Goesti als MFJS wordt in de memorie "des erflaters pupil" genoemd.
- Tijdens de begrafenis op 15 december wordt deelneming betuigd aan o.m. de wezen, kinderen van een strijdmakker die KFS uit Indië mee heeft gebracht.
- Goesti Amat vertrekt op 17 april 1886 uit het pensionaat in Roermond.
- Op 28 september 1887 vertrekt MJFS na 7 jaar uit Heijthuizen en gaat naar Rotterdam. Zij gaat daar als winkeljuffrouw aan de slag in de corsettenwinkel van de dames M. & V. de Bièvre in de Hoogstraat 305.
- Ruim 2 jaar later, op 30 november 1889, wordt MJFS ambtshalve uitgeschreven uit het Rotterdamse alleenstaandenregister. Op diezelfde dag vertrekt de ss Zuid Holland van Rotterdam naar Batavia.
- Goesti Amat trouwt op 18 mei 1903 in Maastricht. Hij heeft er wel een paar voornamen bijgekregen: Frederik Ludwig Maria Goesti. Hij heeft het inmiddels tot sergeant-majoor geschopt. Een aantal jaren later is hij boekhouder.
- Hendrika Scheeffer, de pleegmoeder van Frans Schulze (zonder t), overlijdt op 10 augustus 1904 in Bussum. De rouwadvertentie tekent hij met "F. Schultze", met een t dus.
- In de memorie van successie, opgemaakt door de Amsterdamse notaris Schultz (sic), ter waardering van de nalatenschap van Hendrika Scheeffer en opgemaakt door haar pleegzoon Frans Schulze, voegt deze Frans aan zijn naam toe "... Schulze (zich schrijvende Schultze), wonende ..." Frans is de enig erfgenaam.
- Frans overlijdt op 9 oktober 1952 in Amsterdam. Hij vindt zijn laatste rustplaats in het graf van zijn pleegmoeder op de Algemene Begraafplaats in Bussum.
Frans Schulze (4-4-1880/9-10-1952) Kleinzoon en ... |
Karel Frederik Schultze (28-7-1825/11-12-1885) ... grootvader?? |
Een hypothese gestoeld op feiten
Toen ik mij voor het eerst - in genealogisch opzicht - op de voorouders van mijn schoondochter stortte, stootte ik al gauw op de ongehuwde moeder Maria Johanna Francisca Schulze. Hoewel ik me er al bijna bij had neergelegd dat dit wel weer zo'n brick wall zou blijken te zijn, zo'n zoektocht in een doodlopende steeg, bleef zij mij toch bezighouden. Alleen al het gegeven dat in archieven noch over haar herkomst, noch over haar bestemming na de bevalling iets te vinden was, was voldoende aanleiding om me toch met onregelmatige tussenpozen met Maria bezig te houden.
In de familie was niets bekend over enige familierelatie tussen Maria en het Amsterdamse echtpaar waar zij haar kind ter wereld had gebracht (zie alinea 18 & 19 hierboven). Het echtpaar zag het kind als pleegkind (19) en ook na hun overlijden wordt in het testament niets over een familierelatie gezegd.
Maar in de familie was wel bekend dat Maria's zoon Frans de enige erfgenaam was van de nalatenschap van zijn pleegouders én dat hij begraven was in het graf van zijn pleegmoeder (32). Met name dat laatste gegeven was toch wel opmerkelijk en suggereert meer dan alleen maar een mooie band tussen pleegmoeder en pleegzoon. Vanwege die laatste omstandigheid, heb ik toen besloten om de familie van de pleegouders aan een genealogisch onderzoek te onderwerpen.
Die pleegouders zijn Gerrit Box en Hendrika Scheeffer. Met de voorouders van Gerrit was ik gauw klaar, binnen die familie Box was geen enkel aanknopingspunt te vinden. Niets dat op enige binding met Maria duidde.
Bij Hendrika vond ik al gauw iets dat hoop gaf. De moeder van Hendrika bleek een Schultze te zijn (2). Weliswaar in tegenstelling tot Maria's naam Schulze, met een t maar toch. Na een hele genealogie Schultze opgezet te hebben bleek o.a. dat een zus van Hendrika de voornamen Maria Francisca had. Dat was hoopgevend maar het bracht me niet verder. Ook het nagaan of Maria misschien een kind was van een ander mannelijk familielid van Hendrika, bracht geen verdere aanwijzing van een familieband.
Een welkome e-mail
Op een gegeven moment ontving ik een e-mail van de eerder genoemde dame uit Z. Zij had mijn blogs over Maria gelezen, was geïntrigeerd geraakt en gaan zoeken in twee richtingen. Ik had al gevonden dat Maria op een bepaald moment (21) naar Heijthuizen was gegaan maar kon daarover niets meer vinden. Deze dame wel! Nu was bekend hoe lang Maria daar geweest was. Mevr. M.L., de dame uit Z., haakte ook aan op het Indische aspect. Immers, bij de geboorte van Frans had Maria op de geboorteakte laten vermelden dat zij woonachtig was in "Samarang" zoals het huidige Semarang op Java toen genoemd werd (18). Bekend was al dat Maria in 1865 geboren zou zijn in Palembang op Sumatra (5). Mevr. M.L. ontdekte dat ene Karel Frederik Schultze zich rond die tijd als militair ook in die omgeving ophield (3 & 4). Karel Frederik was mij wel bekend maar, omdat hij niet getrouwd was, was hij voor mij afgevallen als iets te maken hebbend met Maria. Mevr. M.L. wees er ook op dat het in Indië voor blanke Europeanen niet ongebruikelijk was er een inlandse concubine op na te houden, de zogenoemde njai. Soms werd er getrouwd, om de uit die relatie voort-komende kinderen enige status te geven, maar vaak ook niet.
Op een gegeven moment ontving ik een e-mail van de eerder genoemde dame uit Z. Zij had mijn blogs over Maria gelezen, was geïntrigeerd geraakt en gaan zoeken in twee richtingen. Ik had al gevonden dat Maria op een bepaald moment (21) naar Heijthuizen was gegaan maar kon daarover niets meer vinden. Deze dame wel! Nu was bekend hoe lang Maria daar geweest was. Mevr. M.L., de dame uit Z., haakte ook aan op het Indische aspect. Immers, bij de geboorte van Frans had Maria op de geboorteakte laten vermelden dat zij woonachtig was in "Samarang" zoals het huidige Semarang op Java toen genoemd werd (18). Bekend was al dat Maria in 1865 geboren zou zijn in Palembang op Sumatra (5). Mevr. M.L. ontdekte dat ene Karel Frederik Schultze zich rond die tijd als militair ook in die omgeving ophield (3 & 4). Karel Frederik was mij wel bekend maar, omdat hij niet getrouwd was, was hij voor mij afgevallen als iets te maken hebbend met Maria. Mevr. M.L. wees er ook op dat het in Indië voor blanke Europeanen niet ongebruikelijk was er een inlandse concubine op na te houden, de zogenoemde njai. Soms werd er getrouwd, om de uit die relatie voort-komende kinderen enige status te geven, maar vaak ook niet.
Omdat er later ook sprake van was dat Karel Frederik zich bekommerde om ontheemde kinderen (8 en 17), was er alle aanleiding om zijn militaire carrière wat verder te volgen.
In 1871 blijkt Karel Frederik in Banjermassin te zijn als militair commandant (9). Kort daarvoor wordt daar Goesti Amat gevonden (8) en overlijdt de vader van de meisjes Dupui (7). Allemaal, inclusief Maria, duiken zij jaren later op in Boxtel (NB) (16 & 17).
Na Banjermassin wordt KFS kennelijk overgeplaatst naar Batavia want in 1876 wordt hij daar bevorderd tot generaal-majoor (10). Eveneens in 1876 krijgt hij een nieuwe positie, waarschijnlijk in Semarang. De inboedel van zijn huis aan het Waterlooplein in Batavia wordt geveild. Daaronder, hoewel je dat bij de ongetrouwde generaal niet zou verwachten, zaken die duidelijk op kinderen gericht zijn (11). In juli 1878 is KFS zeker in Semarang, de plaats waar Maria in 1880 zegt woonachtig te zijn, en drie maanden later gaat hij met pensioen (13). Het jaar daarop komt hij uit Semarang in Batavia aan in het gezelschap van "1 kind" (14). Op 23 september 1879 vertrekt hij met "kinderen" per schip naar Nederland (15).
Na aankomst in Nederland laat KFS zich in Boxtel inschrijven, samen met Maria, de meisjes Dupui en Goesti Amat (16 & 17). Eerst is dat op het adres van zijn zuster Amalia, later in het tijdens zijn verblijf in Indië gekochte buiten Jagtrust, ook in Boxtel. Al die tijd staat Maria te boek als "nicht", eerst van Amalia, daarna van Karel Frederik. Ondanks haar inschrijving in Boxtel, brengt zij 7 jaar door in een internaat in Heijthuizen (21 & 27). Het staat vast dat de kosten van tenminste een deel van die periode worden betaald door KFS (24). Na Heijthuizen gaat Maria als winkeljuffrouw aan de slag in een Rotterdamse corsettenwinkel (27) en na ruim twee jaar wordt zij ambtshalve uit het Rotterdamse alleenstaandenregister uitgeschreven. Het is 30 november 1889. Kennelijk is zij al eerder verdwenen en noteert de Rotterdamse ambtenaar een voldongen feit. Toeval of niet, op diezelfde datum vertrekt er een schip uit de Rotterdamse haven naar Indië (28). Onder de passagiers is geen Maria te bekennen. Maar als zij, als een goed opgevoede jongedame van 24 jaar van Nederlands/Indische komaf, als bv. kinderjuffrouw aan boord is geweest, dan zal zij naar het gebruik van die dagen, niet expliciet genoemd zijn. In ieder geval ontbreekt van haar na die 30e november elk spoor zowel in Nederland als in Indië. Hebt u verdere aanwijzingen? Ik houd mij aanbevolen, mijn e-mailadres is patmiebies at gmail dot com.
Omdat Maria de achternaam Schultze heeft en van haar wordt gezegd dat zij een nichtje is van een zus en broer Schultze, mogen we wel een familierelatie veronderstellen. Maar wie haar vader is blijft onduidelijk. Eigenlijk is de enige persoon die daarvoor in aanmerking komt, de generaal zelf. Hij zou dan in Palembang een relatie gehad moeten hebben met een Indische vrouw. Daardoor zou Maria gemengd Nederlands/Indisch bloed gehad kunnen hebben. Het uiterlijk van haar zoon Frans wijst daarop. De andere optie is dat de generaal Maria's zoon Frans heeft verwekt. Gezien het uiterlijk van Frans moet ook in dat geval Maria stevige Indische wortels hebben gehad . Maar dan is het minder logisch dat zij de achternaam Schultze draagt. Gezien de bemoeienissen van KFS met ook andere hulpbehoevende (half-)wezen, lijkt de eerste optie de meest waarschijnlijke.
Omdat Maria de achternaam Schultze heeft en van haar wordt gezegd dat zij een nichtje is van een zus en broer Schultze, mogen we wel een familierelatie veronderstellen. Maar wie haar vader is blijft onduidelijk. Eigenlijk is de enige persoon die daarvoor in aanmerking komt, de generaal zelf. Hij zou dan in Palembang een relatie gehad moeten hebben met een Indische vrouw. Daardoor zou Maria gemengd Nederlands/Indisch bloed gehad kunnen hebben. Het uiterlijk van haar zoon Frans wijst daarop. De andere optie is dat de generaal Maria's zoon Frans heeft verwekt. Gezien het uiterlijk van Frans moet ook in dat geval Maria stevige Indische wortels hebben gehad . Maar dan is het minder logisch dat zij de achternaam Schultze draagt. Gezien de bemoeienissen van KFS met ook andere hulpbehoevende (half-)wezen, lijkt de eerste optie de meest waarschijnlijke.
Blijft wel de vraag wie de verwekker is van de in Amsterdam geboren Frans. "Technisch gezien" is hij verwekt rond 4 juli 1879. Op dat moment was Maria net uit Semarang in Batavia aangekomen op weg naar Nederland (14). Eveneens technisch gezien zou de generaal de vader kunnen zijn. Maria was op dat moment 13 jaar! Ik houd dat ook daarom voor minder waarschijnlijk. Ten eerste lijkt het sociale gedrag van KFS m.b.t. kinderen daar geen aanleiding toe te geven en ten tweede zou hij zijn zoon dan geheel buiten zijn gezichtsveld in Amsterdam hebben laten opgroeien. Daar is misschien wel wat voor te zeggen maar dan zou van die relatie binnen de familie wel iets bekend zijn geweest. De enige aanwijzing in die richting zou kunnen zijn dat Frans zich bij een paar gelegenheden ook wel met de naam Schultze tooide. Maar dat kan ook een hommage aan zijn moeder geweest zijn (30 & 31).
Vooralsnog blijft dus onduidelijk wie de vader van Amsterdamse Frans is. Alleen DNA-onderzoek kan hier nog helderheid brengen*.
De verloren t
Temidden van alle onduidelijkheden kunnen we één ding wel met zekerheid vaststellen. Dat is de datum waarop de "t" uit de naam Schultze is verdwenen. Immers, op 6 april 1880, de dag dat de arts die de bevalling heeft begeleid, aangifte van de geboorte van Frans doet (18), vertelt hij de ambtenaar de naam van de moeder. Fonetisch gezien is het verschil in uitspraak tussen "Schultze" en "Schulze" minimaal. Dus dat de docter het één heeft gezegd en de ambtenaar het ander heeft gehoord en opgeschreven, is niet zo verwonderlijk. Maar op dat moment is de "t" verloren gegaan en sindsdien moeten alle nakomelingen van Frans het zonder doen.
Tot slot mijn dank aan mevr. M.L. te Z. voor haar waardevolle bijdragen aan de ontrafeling van dit verhaal!
*Daartoe moeten de Y-chromosomen van een mannelijke nakomeling van Frans en van een Schultze worden vergeleken.
Foto K.F. Schultze: https://rkd.nl/nl/explore/images/169393
Foto F. Schulze: privé collectie
Foto K.F. Schultze: https://rkd.nl/nl/explore/images/169393
Foto F. Schulze: privé collectie