Pagina's

Friday, 25 November 2011

Onze vliegtuigen (2)

Met de opsomming van mijn 'eerste vliegtuigen', ben ik inmiddels in 1968 aangeland. Onze afdeling Tarieven & IATA-zaken was al verhuisd van de Plesmanweg/Badhuisweg in Den Haag naar gebouw 205 op Schiphol-Oost. Gebouw 205 heet(?)te in de volksmond 'het Kremlin', waarschijnlijk omdat ook de KLM-Directie met Van der Wal daar gehuisvest was. (Gerrit van der Wal was in 1965 zijn bij een vliegtuigongeval omgekomen (sic) voorganger Albarda, als president-directeur opgevolgd.) 
Na ongeveer een jaar met de KLM-bus tussen Den Haag en Schiphol op en neer geforenst te hebben, verhuisden we zelf op 15 augustus 1967 naar de Rembrandtweg in Amstelveen. Rob was toen nog net geen drie maanden oud. Tegen die achtergrond speelden de volgende 'eerste vluchten' zich af.


4-3-1968, Douglas DC8-50, KL683, SPL/YUL, 3422/14456 mijl
Foto ex mst-aviation.nl


4-3-1968, Vickers Vanguard, AC457, YUL/YYZ, 315/14771 mijl
Foto ex nhungdoicanh.blogspot.com


10-6-1968, Douglas DC9-10, SR795, SPL/GVA, 424/18932 mijl
Foto ex  monblog.ch


2-9-1968, Douglas DC9-30, SR795, SPL/GVA, 424/19780 mijl
Foto ex al-airliners.be


GVA = Geneve
SPL = luchthaven Schiphol
YUL = Montreal
YYZ = Toronto


De teksten onder de foto's geven resp. de datum van mijn eerste vlucht met dat vliegtuigtype, het vliegtuigtype, het vluchtnummer, de herkomst/ bestemming, de afstand in mijlen tussen die twee en het totaal aantal mijlen dat ik t/m die vlucht heb afgelegd. 
In principe toont de foto een machine van de maatschappij waarmee ik die eerste vlucht heb gemaakt.


Wordt vervolgd


Hier vindt u 'Onze vliegtuigen (1)'.

Sunday, 20 November 2011

Combi-namen (2)


Op de eerste post over dit onderwerp een leuke reactie gehad van Maarten van der Meer, de man achter de website Vernoeming. Hij kwam met nog vier gedocumenteerde fraaie combi-namen: Wind-van Achteren, Van West-Berlijn, De Wilde-Turk en Augurkie-Snijders.
Deze keer vier combinaties van bekende namen binnen een zelfde beroeps-groep, drie van politici en eentje van schilders.

Gerbrandy-Colijn

Gerbrandy, Pieter Sjoerds (Goënga13 april 1885 – Den Haag7 septem-ber 1961), premier 1940-1945 van het oorlogskabinet in Londen. Gerbrandy stond niet bekend om zijn perfecte beheersing van de Engelse taal, integen-deel. Naar het schijnt werd hem ooit gevraagd hoe hij een bezoek aan de paardenraces te Ascot had ervaren. Hij moet toen gezegd hebben dat “I liked the ladies toilets.”
Colijn, Hendrikus (Burgerveen22 juni 1869 – Ilmenau18 septem-ber 1944), premier 1925-1926 en van 1933-1939.  Van Colijn wordt altijd gezegd dat hij aan de vooravond van de Duitse inval in Nederland zou heb-ben opgeroepen om “toch maar rustig te gaan slapen”. Dat is echter onjuist. Hij heeft wel iets dergelijks gezegd maar dat was al jaren eerder n.l. aan het eind van een radiotoespraak op 11 maart 1936, toen de internationale span-ningen al begonnen op te lopen. In 1940 was Colijn helemaal geen minister meer. Toch frappant hoe dit soort halve waarheden het tot algemeen geac-cepteerd historisch “feit” brengen. Colijn is de enige premier geweest met een Militaire Willems-Orde.

Giacometti-Vermeer

Giacometti, Alberto (Borgonovo10 oktober 1901 - Chur11 januari 1966), Zwitsers schilder en beeldhouwer. Zijn beroemde ‘L’Homme qui marche’ werd in 2010 geveild voor € 74 miljoen...
Vermeer, Johannes Reiniersz., ~Delft, 31 oktober 1632 – Delft, v 15 december 1675), beroemd schilder uit de Gouden Eeuw. De man van ‘het meisje van Vermeer’ dat officieel ‘het meisje met de parel’ heet.

Hillen-van der Klaauw

Hillen, Johannes Stefanus Joseph, (Den Haag, 17 juni 1947), minister van Defensie in het kabinet Rutte van 2010 tot heden. Was ooit politiek ver-slaggever voor het NOS-journaal.
Van der Klaauw, Christoph Albert, (Leiden13 augustus 1924 – Den Haag16 maart 2005), minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet Van Agt I van 1977-1981. Van der Klaauw was een echte carrièrediplomaat en geen politicus. Na zijn ministerschap werd hij weer ambassadeur, zoals hij dat daarvoor ook al was geweest.

Toxopeus-Lubbers


Toxopeus, Edzo Hendrik, (Amersfoort19 februari 1918 – Oegstgeest23 augustus 2009), minister van Binnenlandse Zaken in de kabinetten De Quaij en Marijnen van 1959-1965. In het begin van de jaren 60 was er uit ambtelijke hoek een luide roep om meer salaris. De ambtelijke ‘strijdkreet’ luidde dan ook: “Toxo, pay us!”
Lubbers, Rudolphus Franciscus Marie, (Rotterdam, 7 mei 1939), minister van Economische Zaken in het kabinet Den Uyl van 1973-1977. Van 1982-1994 was hij premier. De politicus Marcel van Dam verrijkte de Nederlandse taal met het werkwoord ‘belubberen’ waarmee hij premier Lubbers betichtte van politieke ‘belazerderij’. Ewoud Sanders omschrijft dat wat netter in zijn Eponiemen Woordenboek: 'besturen door half informeren'.

Wordt vervolgd.

Wednesday, 16 November 2011

Onze vliegtuigen (1)


De blogposts getiteld ‘Onze …’ hebben als doel een bepaald elementje uit onze familiegeschiedenis te beschrijven en vast te leggen. Hoe vaak gebeurt het niet dat je het over iets hebt en je weet echt niet meer wanneer die gebeurtenis heeft plaats gevonden en hoe het nou ook al weer in elkaar zat. Zo was dat ook met 'Onze auto’s'. Er bestond grote twijfel bij zoonlief of we nou één of twee rode Citroëns BX14 hebben gehad. Afijn, dat was de aanleiding om de serie ‘Onze …’ te starten.

Deze keer ‘Onze vliegtuigen’. Dat is een nogal pretentieuze titel vanwege de suggestie die er vanuit gaat. Maar helaas, vliegtuigen hebben we nooit bezeten. Wel heel veel in gevlogen, al dan niet samen met Jeanne en kindertjes. Maar dat is niet zo verbazingwekkend als je bij de KLM gewerkt hebt. Veruit de meeste trips heb ik alleen gemaakt en vielen in de categorie ‘dienstreizen’.

Toen die allereerste dienstreis er in 1967 aan zat te komen (naar JFK, Kennedy-airport), was er op onze afdeling (Tarieven & IATA-zaken) een collega (Jan B.) die mij aanraadde om van elke dienstreis bepaalde gegevens te noteren. Hij deed dat ook en hij voorspelde me dat ik van zo’n registratie nog wel plezier zou hebben. Kennelijk had ik toen ook al een zekere hang naar het maken van lijstjes en ik heb zijn raad opgevolgd. Van elke vlucht noteerde ik datum, herkomst, bestemming, maatschappij, vluchtnummer, gevlogen afstand in statute miles (1 statute mile=1.609,347 mtr.) en vliegtuigtype. En dat noteren, dat heb ik tot op heden volgehouden. Jan heeft wel gelijk gehad, ik heb bij het schrijven van deze post weer plezier van die lijst. Maar ook tussendoor nog wel. Met collega Hans de R. werd er druk geturfd wie de meeste mijlen had, de meeste vliegtuigtypes enz. (Hans heeft uiteindelijk wel gewonnen!)

Met deze post wil ik een begin maken om “mijn” vliegtuigtypes eens op een rijtje te zetten. Bij elk plaatje wordt vermeld wanneer ik voor het eerst in dat type gevlogen heb, maatschappij/vluchtnummer, herkomst/bestemming, de afstand en het totaal aantal tot dat moment gevlogen mijlen. 
Voor de goede orde, ik vermeld alleen maar de eerste keer dat ik in een bepaald type heb gevlogen, anders wordt het wel wat saai en erg lang.

15-4-1967, Douglas DC8-30, KL643, SPL/JFK, 3639/3639 mijl
Foto ex mst-aviation.nl

16-4-1967, Boeing 707, PA291, JFK/SJU, 1609/5248 mijl
Foto ex aviationexplorer.com

24-7-1967, Lockheed L-188 (Electra II), KL401, SPL/ORY, 261/10773 mijl
Foto ex aeropedro.despair.ch

29-7-1967, Sud-Aviation Caravelle, AF910, ORY/SPL, 261/11034 mijl
Foto ex wings900.com

JFK= luchthaven John F. Kennedy, New York
ORY= luchthaven Orly, Parijs
SJU= San Juan, Puerto Rico
SPL= luchthaven Schiphol, Amsterdam

Wordt vervolgd.



Saturday, 12 November 2011

Combi-namen (1)


Bel-de Heer

Voornamen, achternamen, bijna-men, namen zijn er bij de vleet. In de Engelse taalgebieden kent men ook nog de middle name maar voor het soort naam waar ik het over wil hebben, daar is bij mijn weten geen naam voor. Daarom maar een nieu-we naam verzonnen en dat is ge-worden... (trrromgerrroffel) 'de combinaam’ (ik aarzel nog of er niet een streepje tussen zou moeten, is denk ik wel wat duidelijker).
Een combi-naam is een samenstel-ling van twee achternamen die bv. door huwelijk of samenwoning bij elkaar zijn gaan horen en vervol-gens tot een in wat voor opzicht dan ook opvallende combinatie hebben ge-leid. Enige verduidelijking is misschien op z’n plaats. Het geeft meteen de oorzaak van mijn belangstelling voor combi-namen aan.
Linker-Been

De familienaam van mijn grootmoeder van moeders kant is Doelman. Zij huwde een man met de geslachtsnaam De Langen. Oma ging dus door het leven met de naam De Langen-Doelman. Ik heb dat altijd een heel mooie combinatie gevonden. Dat vond ze trouwens zelf ook. Op een gegeven moment ga je er op letten of er niet meer mooie, leu-ke, rare of anderszins opvallende combinaties voorkomen. En waar kan je dat beter doen dan dagelijks de familieadvertenties in de krant door te lezen. Het zijn natuurlijk niet allemaal dijenkletsers maar een glimlach of een opgetrokken wenkbrauw is voor mij al gauw aanleiding
de Pater-Godthelp
om zo'n bericht in de verzameling op te nemen. Vroeger, sprak opa, knipte je die advertentie uit en maakte er een scannetje van maar tegenwoordig neem je zo'n af-beelding met de rechter muisknop in een zwiet op in de verzameling.

Dat doe ik dus al heel wat jaartjes en zo heb ik langzamerhand een hele collectie aange-legd. Bij de selectie ga ik geheel op mijn ei-gen gevoel af en ik vind het ook niet vrese-lijk indien er een letter ontbreekt of, zoals bij De Langen, te veel is. Enige dichterlijke vrijheid is toegestaan. En omdat ik mijn ei-gen regels maak, is daar ook niets op tegen.
Voor uw vondsten houd ik mij aanbevolen als het kan inclusief een scannetje.

Monday, 7 November 2011

Dordrecht


Een bezoekje aan een van de oudste Hollandse steden, Dordrecht (1220), stond al heel lang op het programma. Ook een bekende stad, omdat het een van de eerste stapelplaatsen in Holland was en zeker ook vanwege de Synode van Dordrecht (1618/ 19) waaraan we de in het Nederlands vertaalde bijbel te danken hebben, de zogenoemde Statenvertaling. Daarnaast zijn de in 1672 vermoorde gebr. De Witt er geboren. In die tijden is de basis gelegd voor het oude stadscentrum zoals dat ook nu nog te bewonderen is. Echter, mijn aanleiding om naar Dordt te gaan, was het wijd en zijd geadverteerde gegeven dat op elke eerste zondag van de maand veel antiekwinkeltjes in het oude Dordt hun deuren geopend hebben. Een aantal zou goed gesorteerd zijn in Leerdamglas. Nou, dan is mijn belangstelling gewekt. Dus gisteren, een wat druilerige grijze dag, met H&R naar Dordt getogen. De auto in Zwijndrecht geparkeerd en met de OV-kaart/Watertaxi de Oude Maas over-gestoken. Onze eerste stop, de Grote Kerk, zie je dan mooi liggen. 

De Grote Kerk te Dordrecht
Na op illegale wijze, buiten de reguliere toegangsuren, de kerk te zijn bin-nengedrongen, hebben we de sobere, welhaast calvinistische binnenkant bewonderd. Ook zijn er legio fraaie en nog leesbare grafstenen van in de kerk begravenen. Dat kon toen nog. Nadat er geen ruimte in de kerk meer was, werden de overledenen in de tuin van de kerk, de kerkhof, te ruste gelegd. De hierbij afgebeelde steen geeft aan dat er ook in 17e eeuw al be-roepsnamen bestonden (Wagemaecker) en dat niet alle achternamen pas in 1811 ingevoerd werden.

"Vertaling": Hier ligt begraven Job Corneliszoon Wagemaecker.
Hij stierf de 20e juli anno 1610 en was oud 87 jaar.
Met Neelken Jansdochter zijn huisvrouw die gestorven is de
21e mei 1605, was oud 71 jaar en zijn samen geweest 53 jaar.
Daarna een bezoekje gebracht aan het uit 1383 daterende stadhuis, een fraai gebouw. Maar we kwamen voor de antiek- en brocantewinkeltjes en dat was niet wat ik er van verwacht had. Er waren wel een aantal geopend, en daar zijn we ook allemaal naar binnen geweest, maar in totaal viel het toch wat tegen. Wel een paar mooie vazen van Copier gezien, geen unica maar ook de vormgeving van “gewone” Leerdam-productie is schitterend in z’n eenvoud. Ook nu nog, na ruim 70 jaar, zie je aan die ontwerpen niet af dat ze al zo oud zijn.
Omdat ook andere winkels niet open waren, was het betrekkelijk stil in de stad. En dat heeft zo z’n invloed op de sfeer. Jammer, maar het heeft ons er niet van weerhouden om aangenaam te lunchen en de oude stad op ons gemak te bekijken, fraaie geveltjes genoeg!

Pandjes achter de Voorstraat, het doet
welhaast on-Hollands aan.
Om de dag op genoegelijke wijze af te ronden, zijn we rond half vijf van Dordt naar Amsterdam gereden om daar in het door KLM-ers regelmatig gefrequenteerde Indonesisch restaurant Long Pura op de Rozengracht van een authentieke rijsttafel te genieten. Daarbij moet wel bedacht worden dat ze in heel Indonesië nog nooit van een rijsttafel gehoord hebben. Da’s een uitvinding van de Nederlandse Marine. Maar alle ingrediënten en hoe het daar bereid wordt, 100% echt! (Dit lijkt wel een STER-blokje en dat is het ook J.)
Afijn, al met al een prettige dag gehad en ondanks het matige weer en de wat tegenvallende sfeer toch blij dat ik Dordrecht eens van dichtbij heb gezien.

Tuesday, 1 November 2011

Vandaag... (3)


Nicolaas Orie, zittend, 3e van links, ca 1907

Vandaag is de 114e geboortedag van de grootvader van vader’s kant van mijn betere wederhelft, Nicolaas Orie (geb. Loosduinen, 1-11-1897 – overl. Den Haag, 5-9-1977). Opa, iedereen noemde hem ‘Va’, was een bijzondere man. Hij had een rots-vast vertrouwen in mijn carrièreverloop. Wanneer ik bij hem binnenkwam, werd ik altijd begroet met: “Ha, daar hebben we de directeur van de KLM.” Ik heb hem helaas moeten teleurstellen maar dat heeft hij niet meer meegemaakt.
Va was, het zal niet verbazen, getrouwd met Moe. En Moe, dat was Adriana van Asten (geb. 23-7-1898 – overl. Den Haag, 24-12-1979). Samen kregen zij welgeteld 14 kinderen van wie mijn schoonvader Hendrik Jacobus (geb. Loosduinen, 23-11-1918 – overl. Den Haag, 20-4-2007) de oudste was.
Zoals gezegd, Va was een bijzondere man. Van huis uit was hij elektro-technicus. Dat zat waarschijnlijk in zijn genen want zijn vader werkte al bij het Haagse GEB, het Gemeentelijk Electrisch Bedrijf. Als elektrotechnicus heb ik ‘m niet zo meegemaakt. Wel bv. als bouwer van stoommachientjes. Die maakte hij wel voor kleinkinderen. Ik weet niet of die dingen nog bestaan maar dat waren goed werkende machines waarmee je, middels een drijfriempje dingen kon aandrijven. De “brandstof” bestond, als ik me goed herinner, uit blokjes carbid, CaC2  voor de scheikundig onderlegden. 
Va in zijn werkplaats, met stoommachientje
Wanneer je daar gedoseerd water aantoevoegde, ontstond er ethyngas en bij voldoende drukontwikkeling zette dat het stoommachientje in beweging. Zo’n machientje maken, dat vergde de nodige vakkennis. Ontwerpen, technisch inzicht, met koper en metaal om kunnen gaan, solderen, afwerken, lakken enz. Echt schitterende staaltjes vakmanschap. Op de krantenfoto is er eentje zichtbaar. Waar ze allemaal gebleven zijn, ik weet het niet. Ik zou van zo’n “echte Orie” wel een mooie foto willen hebben.
Gelukkig zijn er nog wel andere “echte Orie’s” en dat zijn de schilderijen die hij in ruime mate heeft nagelaten. Wintertjes, landschappen, stillevens, hij deinsde nergens voor terug. Al schilderend kan ik hem uittekenen. Staande achter zijn buro-ezel met daarop een spieraampje, de eeuwige pijp of sigaar (“Henri Wintermans graag”) in de mond, de stofjas aan en genietend van een glaasje vieux temidden van de vele kinderen en kleinkinderen die het huis in de Wilhelminastraat schijnbaar altijd vulden.
Hij valt bij mij in de categorie ‘unieke figuren’; ik bewaar de beste herinne-ringen aan hem!

Wintertje, gesigneerd N. Orie