Pagina's

Wednesday, 17 November 2021

Pastoor Lijnen en de kogel des doods

For a summary in English please scroll down.

Op zoek naar informatie over het Rooms Katholieke weeshuis in Semarang gedurende de periode 1850-1880, vond ik in het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) in Nijmegen het een en ander. Niet echt antwoorden op mijn vragen maar toch wat "leuke" informatie. 

In 1858 arriveerde pastoor Joseph Lijnen in Semarang. Op dat moment woonde de pastoor al een jaar of tien in Nederlands Indië. Voordat hij zijn zegenrijke werk in Semarang voortzette, was hij sinds 15 maart 1848 in dezelfde functie werkzaam geweest in Padang aan Sumatra's westkust.

Bidprentje Mgr. J. Lijnen
Bidprentje voor Mgr. Lijnen

Joseph Lijnen werd op 17 augustus 1815 geboren in het Limburgse kerkdorp Dieteren, vandaag de dag deel van Susteren. Zijn vader Gerard was dagloner die, samen met zijn vrouw Catharine Schulpen naast Joseph nog tenminste vijf kinderen op de wereld zette. Een eenvoudig katholiek gezin dus. Maar Joseph moet in intellectueel opzicht toch wel opgevallen zijn want hij wordt al in 1841 benoemd tot "Professor" aan het Bisschoppelijk Collegie in Weert. Het is niet onmogelijk dat een toenmalige professor nu een leraar genoemd zou worden, maar toch.

Na zijn aanstelling in Semarang weet de monseigneur de Zusters Franciscanessen uit Heythuysen er van te overtuigen de zorg van het weeshuis in Semarang op zich te nemen. Het is niet onmogelijk dat een voormoeder van onze kleinzoon Tobias, Maria Johanna Francisca Schultze, ook in dat weeshuis heeft gezeten. Van haar veronderstelde broertje Franz Hendrik Johann is dat in ieder geval zeker. Eveneens zeker is dat Maria later bij de genoemde Zusters in Heythuysen is geweest. Maar dit terzijde.

Naast zijn bemoeienis met het weeshuis, had de pastoor nog een bijzonder aandachtsgebied. En dat was het doen van gratieverzoeken voor ter dood veroordeelde militairen. In het KDC-archief vond ik een aantal kopie concept-verzoeken, gericht aan de Gouverneur-Generaal, en reacties daarop. Ik gebruik met nadruk het woord 'kopie' want de leesbaarheid van die stukken laat nogal wat te wensen over.

Hieronder een voorbeeld daarvan met een transcriptie van de tekst voor zover ik die heb kunnen ontcijferen. Het betreft de fuselier Adrianus van der Poel, Indisch stamboeknr. 51421. Adrianus werd geboren in Ossendrecht (NB) op 8 maart 1830. Zijn ouders waren de arbeider Cornelis en zijn vrouw Johanna Catharina van de Wouwer

Op 17 augustus 1862 vertrekt hij met het schip de Drie Gebroeders vanaf het Nieuwe Diep naar Indië. Hij was toen 32 jaar oud maar had al ruim voor die tijd militaire ervaring opgedaan. Op 30 april 1855 wordt hij ingedeeld bij het 4e Regiment Infanterie. In die tijd was het nog zo dat wanneer je uitgeloot werd voor de dienstplicht (conscriptie), je als plaatsvervanger (remplaçant) voor iemand anders dienst kon nemen. Daar stond doorgaans wel een vergoeding tegenover. 

Zo ook Adrianus. Hij fungeerde als remplaçant voor Petrus Johannes Laurijssen, geboren in Huijbergen op 25 november 1836. Zijn vader was bierbrouwer en zal dus wel in staat geweest zijn om zijn zoon "vrij te kopen" en zo Adrianus aan een militaire carrière te helpen.

Adrianus van der Poel, stamboeknr. 51421
Het volgeschreven personeelsdossier van Adrianus
van der Poel, stamboeknr. 51421

Op 18 januari 1855 tekent hij vrijwillig voor 6 jaar bij de Staande Armee. Hij ontvangt daarvoor de riante vergoeding van f 20.-! In mei 1862 verbindt hij zich weer voor 6 jaar maar nu bij de Koloniale Troepen. Die 6 jaar gaan in op de dag dat hij uit Nieuwe Diep vertrekt. De premie die hij hiervoor ontvangt, is al een stuk beter dan die ontvangen bij de vorige verbintenis nl. f 120.-. Hij komt met de Drie Gebroeders op 6 december 1862, na een reis van bijna 4 maanden, aan in Batavia.

Eind 1864 komt hij terecht bij het Garnizoens Battallion van de Zuid en Oost Afdeling op Borneo, waar o.a. de stad Banjermassin ligt. Daar tekent hij in 1868 weer bij (premie f 160.-). In augustus gebeurt er kennelijk iets want hij draait voor bijna een jaar de gevangenis in. In het jargon heet dat de 'militaire discipline'. Op 15 juni 1871 komt hij vrij maar niet voor lang. Een maand later wordt hij weer vastgezet en op 11 november 1871 moet hij voor de Krijgsraad verschijnen. Het vonnis van dat college in Semarang is de aanleiding voor de bemoeienis van Pastoor Lijnen met deze zaak.

concept-gratieverzoek van Pastoor Lijnen d.d. 20 februari 1872
Eerste blad van het concept-gratieverzoek van
Pastoor Lijnen d.d. 20 februari 1872

Transcriptie van het verzoek van de pastoor:
"Zijne Excellentie den Gouverneur 
Generaal van Nederlandsch Indië

Geeft met den meesten eerbied te kennen J. Lijnen pastoor der R. Katholieke Gemeente te Semarang - dat in de Militaire Provoost alhier zich bevindt zekere Adrianus van der Poel Algem. Stamb. 51421, oud 41 jaren, geboren te Ossendrecht-Noord Braband - laatstelijk dienende als fuselier bij de 6 Kompagnie van het ...... half 8ste Bataillon Infanterie in Garnizoen te Ngawi - die wegens feitelijke insubordinatie gepleegd tegen den sergeant Oosthaar(?) door... deze een klap met de hand toe te brengen en wegens insubordinatie met woorden [hij heeft de sergeant dus uitgescholden] door den Krijgsraad te Semarang is veroordeeld tot de straffe des doods met den Kogel op den 25 November 1871 - welk vonnis is bekrachtigd door het Hoog Militair Gerechtshof van Nederlandsch Indië op den 5 Januarij 1872 en op welk vonnis door Uwe Excellentie het Fiat executie is gegeven Dat genoemde Adrianus van der Poel mij J. Lijnen in hoedanigheid van pastoor heeft verzocht namens en voor hem aan Uwe Excellentie gratie te verzoeken van de straffe des doods waartoe hij veroordeeld is

Gaarne voldoe ik aan dit verlangen(?) want in de meer dan 24 jaren dat ik in Indië ben heb ik nog nooit een wegens in Militair misdrijf veroordeelde ontmoet zoo goed zoo bedaard en godsdienstig als de genoemde Adrianus van der Poel. (onmiddellijk na zijn komst alhier heeft hij ........ bewoording(?) mij te kennen gegeven dat hij) Door zijn afkomst en opvoeding behoort hij tot de arbeidende Klasse en toen hij op 21 jarigen leeftijd als Remplaçant in dienst is getreden heeft hij dat gedaan om zijnen 60 jarigen vader met enig geld te kunnen ondersteunen. 

Tien jaren heeft hij in Holland gediend. Sedert 1862 is hij soldaat in Indië en van deze ruim 9 jaren dienst is hij 6 jaren te Bandjermassing in deszelfs binnenlanden geweest. Een paar zware straffen heeft hij zich op den hals gehaald omdat hij met zijn meerderen(?) in het ongerede was geraakt Zoekende naar de oorzaak die hem tot vnd(?) [voornoemde] heeft gebragt vindt men die niet in zijn gedrag als militair ........  tijd van meer dan 9 jaren Welligt heeft een grootere mate van vrijheid eigenaardig(?) verbonden aan het leven van een(?) Militair op expeditie of op buitenposten hem ongeschikt gemaakt voor het Garnizoensleven ..... hierbij(?) dat hij het denkbeeld had opgevat dat men ten onregte rapport van hem had gemaakt, dan wordt het begrijpelijk dat hij als mensch(?) weinig ontwikkeld in een ongelukkig oogenblik de insubordinatie heeft kunnen plegen waarvoor hij veroordeeld is 

Neemt men hierbij in aanmerking dat de man 41 jaren oud heeft ruim 19 jaren gediend Hoe(?) dit ... overigens ook zijn(?) moge Ik heb de veroordeelde leren kennen als eenvoudig bedaard en godsdienstig Hij erkent dat hij gefaald heeft dat hij ongelukkig is maar van schelden of razen van haat of wraakzucht is geen sprake Bedenkt men hierbij dat de man 41 jaren oud is dat hij meer dan 19 dienstjaren heeft dan mag zijn toekomst wel(?) ongelukkig en deernis waardig genoemd worden 

Op grond van dit alles vermeen(?) ik met het volste vertrouwen mijn en zijn bede voor de voeten van Uwe Excellentie te mogen nederleggen(?) en allernederigst te smeken dat het Uwe Excellentie behagen moge aan Adrianus van der Poel te verleenen: Gratie van de straffe des doods en die straf te veranderen in een genadige straf van Detentie"

De transcriptie is, zoals het hoort, gelijk aan het origineel. Daar waar de pastoor het niet zo nauw neemt met de interpunctie, heb ik dat ook niet gedaan. Bij een toegevoegd (?) ben ik niet zeker dat ik de tekst juist heb gelezen. Bij ........ staat een woord waar ik helemaal geen chocola van heb kunnen maken.

Ruim een maand na het gratieverzoek, verstuurt de Gouverneur-Generaal zijn antwoord. Adrianus heeft dan al zo'n 120 dagen in de dodencel gezeten!

Reactie van de Gouverneur-Generaal d.d. 25 maart 1872
De reactie van [de secretaris van] de
Gouverneur-Generaal d.d. 25 maart 1872
"EXTRACT uit het Register der Besluiten
van den Gouverneur-Generaal van
Nederlandsch-Indië
Buitenzorg den 25 Maart 1872

Gelezen
1. het rekest, gedagtekend Semarang 20 Februarij 1872 van J. Lijnen pastoor bij de Roomsch Katholijke gemeente aldaar, houdende verzoek aan van den europeeschen fuselier A. van der Poel algemeen stamboek Nr 51421 gratie te verlenen van de straf des doods met den kogel, waar... hij terzake van feitelijke  insubordinatie en insubordinatie door woorden bij vonnis van een Krijgsraad te Samarang van 25 November 1871, bekrachtigd bij arrest van het Hoog militair gerechtshof van Nederlandsch Indië van 5 Januarij 1872 is veroordeeld, ..... bij het besluit van 13 Januarij 1872 ... 16 op deze veroordeling het fiat executie ... .......
2. enz.
Is goed gevonden en verstaan.
                                            Aan
Aan
Den Heer J. Lijnen
pastoor bij de Roomsch Katholieke
Gemeente te Samarang
            ----
Aan den voornoemden fuselier A van der Poel ... gratie te verlenen van de straf des doods met den Kogel met verandering der straf in die van detentie voor den tijd van vijf achtereenvolgende jaren.
Extract dezes zal worden verleend(?) aan den adressant tot informatie
Accordeert met vnd Request
De Gouvernements Secretaris"

De doodstraf wordt dus ingewisseld voor een gevangenisstraf van vijf jaar. Een meerdere een mep verkopen kan natuurlijk niet getolereerd worden maar vijf jaar is toch een hele tijd voor zo'n vergrijp. Daarbij komt dat gevangenissen in die tijd wat minder humaan waren dan heden, zeker in Indië.

Op 5 juli 1876 wordt Adrianus uit het gevang ontslagen en wordt hij bij het 8e batallion Infanterie geplaatst. Dan staat hij kennelijk nog onder toezicht maar op 2 december 1876 wordt ook dat opgeheven. Eind 1875 heeft hij nog een meevaller: ter gelegenheid van de "viering der verjaring van 's Konings geboortedag" krijgt Adrianus zes maanden strafkorting.

Vooruit lopend op zijn terugkeer naar Nederland, krijgt Adrianus een gagement (pensioen) toegekend van f 200,- per jaar. Ter vergelijking, de in de fam. Schultze voorkomende Generaal Majoor K.F. Schultze, krijgt in 1878, na zijn diensttijd in Indië, een pensioen van f 5.500 per jaar. Verschil moet er zijn.
Op 21 maart 1877 vertrekt Adrianus met het stoomschip Conrad naar Nederland om op 7 mei het Nieuwe Diep weer op te varen. Adriaan is na 15 jaar weer thuis!

SS Conrad
SS Conrad met mogelijkheid om het zeil te hijsen
waarschijnlijk om economische redenen
Maar niet voor lang. Op 30 augustus van hetzelfde jaar overlijdt Adrianus in Halsteren, 47 jaar oud. Waaraan weet ik niet.

Pastoor Lijnen schrijft niet alleen een gratieverzoek voor Van der Poel. Hij doet dat ook voor:
- Dirk Leonard Snitman, geb. te Grave op 15-11-1835, doodstraf omgezet naar 6 jaar kruiwagenstraf* en vervallen verklaring van de militaire stand.
- Wilhelmus Meijer, geb. te Amsterdam ca. 1849, doodstraf omgezet naar 6 jaar kruiwagenstraf.
- Jean Baptiste Masseaux, geb. te Antwerpen in juni 1834, doodstraf omgezet naar 10 jaar kruiwagenstraf en vervallen verklaring van de militaire stand.
- Andries Cogh, geb. te Maastricht op 17-3-1829, doodstraf omgezet naar 6 jaar detentie.
- Michael Bernardus Tholenaar, geb. te Breda op 20-2-1840, doodstraf zou zijn omgezet in een onbekend aantal jaren detentie. Hij overlijdt op 13-6-1883 in een/het krankzinnigengesticht te Soerabaja.
- Johann Christoff Petersen, doodstraf. De uitkomst van het gratieverzoek is (mij) niet bekend.
- Adrianus Woudenberg, geb. te Zwammerdam op 8-3-1837, doodstraf, gratieverzoek afgewezen. Adrianus wordt "ter executie gelegd" op 24-5-1871.
- Hendrikus Anthonius Loomeijer, geb. te Haarlem op 17-8-1845, doodstraf. De uitkomst van het gratieverzoek is (mij) niet bekend.
- Johannes Cornelis van Dalsum, geb. te Breda op 15-1-1850, doodstraf. De gratie wordt kennelijk verleend want op 18-5-1876 wordt een verzoek van zijn vader, om zijn gevangenisstraf kwijt te schelden, afgewezen. Hij overlijdt op 15-10-1881 in Semarang en laat f 2.- na...
- Simon Eg, geb. te Den Helder op 10-11-1842, doodstraf. De uitkomst van het gratieverzoek d.d. 15-9-1873 is (mij) niet bekend.
Update: 22 nov. 2021: Eg overlijdt te Semarang op 18-11-1873, Hij is waarschijnlijk geëxecuteerd. 
In zijn stamboek staat dat Eg geboren is in Alkmaar maar dat is niet juist.
- Martinus Nolbart, geb. te Ooltgensplaat op 9-6-1843, doodstraf omgezet naar 10 jaar detentie en vervallen verklaring van de militaire status.
- Update 29 nov. 2021: Lambertus Tegenbos(ch), geb. te Gestel en Blaarthem op 9-4-1841. De uitkomst van het gratieverzoek is (mij) niet bekend maar hij is waarschijnlijk geëxecuteerd want hij overlijdt op 4-8-1873 te Semarang.

En dan zijn er nog vijf anderen waarvan de namen slecht leesbaar zijn respectievelijk geen gegevens te vinden zijn. Als pastoor Lijnen nog zou leven, ik zou hem vragen wat er staat geschreven. Maar hij is inmiddels 'de betreurde' want overleden op 10 juni 1882 in Batavia. Hij is begraven in Semarang.

* Dwangarbeid met de kruiwagen.

Summary in English of this post titled 'The priest and the death penalty.

When looking for information related to the Roman Catholic orphanage in Indonesian Semarang during the 1870s, I ran into several draft pardon requests. They were written by the local priest named Joseph Lijnen. Apparently, he cared about the fate of soldiers sentenced to death. 

In all cases, it concerned ordinary soldiers (or corporals) sentenced for committing physical insubordination and insubordination by words. Insulting your superiors was not taken lightly... The priest addressed his pardon requests to the highest-ranking authority in the Dutch East Indies, the Governor-General in capital Batavia (today's Djakarta). In most cases, not in all, the Governor consented and granted the pardon. 

As you can see in the third and fourth images, you need a little patience and a sharp eye to decipher the handwriting. It was helpful to have access to the military staff files of many of these men. The second image is an example of such a document. It belongs to Adrianus van der Poel, the soldier appearing in the draft requests shown.

In case you are looking for specific persons who experienced the same treatment, the family names of most of these soldiers have been underscored in the text above. Should you have further questions, please leave a comment underneath this post.